Genieten in Indonesië

26 februari 2017 - Seminyak, Indonesië

Ik sluit mijn tijd in Azië af in Indonesië en al snel na aankomst wist ik dat dat de juiste beslissing was. Kort gezegd: I love Indonesia en ik weet zeker dat ik hier in de toekomst nog meerdere keren naar toe terug zal keren. Ik ben inmiddels aangekomen in Bali, na Lombok en de Gili’s. Daarmee heb ik lang niet alles van Indonesië gezien, dus er valt nog veel te verkennen in de toekomst.

Indonesië is fantastisch en is een soort samensmelting van de vorige landen die ik heb bezocht: flora en fauna zoals in Sri Lanka en Borneo, rijstvelden zoals in Vietnam (maar dan groen), cultuur met vele tempels zoals in Myanmar (hoewel de tempels wel totaal anders zijn) en de levendigheid van een grote stad zoals Kuala Lumpur, maar dan op knussere schaal. Daarbij komt dat de mensen hier echt heel aardig zijn en het eten heel lekker is. Kortom, ik geniet.

Maandag 13 februari vertrok ik vanuit Borneo naar Lombok. Eerst met een shuttlebusje naar het vliegveld van Tawau, waar ik het Italiaanse stel dat ook op tour naar de Klias rivier weer tegen kwam (voor de 3e keer, want ik kwam ze ook al tegen bij de Orang Oetans in Sepilok en bij de duikschool in Semporna, heel toevallig). Even met ze geklets, maar zij hadden een andere vlucht dan ik.

Op het vliegveld van Kuala Lumpur, waar ik een overstap had, werd gelijk al duidelijk dat er meer Westerse mensen richting Lombok gingen en was ik voor het eerst niet zo ongeveer de enige blanke in het vliegtuig.

Al vanuit het vliegtuig kon ik zien dat Lombok mooi groen was, maar tegen de tijd dat ik het vliegveld uit kwam was het heel donker dus veel van het land kon ik nog niet zien onderweg naar mijn hostel in Kuta.

Dinsdag startte mijn dag met een heerlijke bananenpannenkoek als ontbijt, jammie. Heerlijk ontbeten in de mooie tuin van het hostel. Het was heerlijk weer, dus daar heb ik van genoten. Eerst in een hangmat de Mol gekeken en daarna naar het strand gelopen. Niet echt een zandstrand, maar het had wel een paradijselijke aanblik met het blauwe water, groen van de bossen/jungle en de schommels op het strand.

Toen het weer toch wat leek te betrekken ben ik wat gaan eten en teruggekeerd naar het hostel om daar verder te relaxen.

’s Avonds kwam Angi aan, ze had eerder al laten weten toch ook naar Lombok te komen en we besloten samen Indonesië te gaan ontdekken. Gezellig!

Woensdag hebben we de omgeving van Kuta met de scooter verkend. Via een mooie route langs wat dorpjes en rijstvelden kwamen we aan bij een heel mooi strandje bij een soort baai. Hier hebben we lekker even gelegen op een strandbedje en wat gezwommen. Er kwamen wel constant kinderen bij ons staan die probeerden kokosnoten of ananas te verkopen en lang niet al te blij waren als je nee zei of als je het bij een van de andere kinderen had gekocht…

De lucht begon ondertussen helaas te betrekken, maar we hadden een leuk tentje gezien onderweg dus besloten we daar heen te gaan om te lunchen. Net op tijd kwamen we aan voordat het losbrak en de regen met bakken uit de hemel kwam vallen. We hebben hier lekker gezeten, gegeten en over Kuta uitgekeken (het café lag op een mooi uitkijkpunt). Tegen de tijd dat we ons taartje voor zover we het op kregen opgegeten hadden was de zon weer gaan schijnen dus zijn we nog naar een ander strand gereden. Hier waren wel kinderen maar die probeerden niks te verkopen. Dat wil niet zeggen dat ze niet bij ons kwamen staan/zitten, want we waren maar wat interessant. Toen we het zat waren zijn we weer teruggereden naar het hostel. ’s Avonds hebben we nog even in het plaatsje rondgekeken en wat gegeten.

Donderdag vertrokken we in de loop van de dag uit Kuta naar Senggigi, vanaf waar we de volgende dag met de veerboot naar de Gili’s wilden nemen. De chauffeur van onze shuttlebus (wat gewoon een grote auto bleek) had er aardig de vaart in zitten, maar gelukkig zijn we heelhuids aangekomen. We hadden nog geen slaapplek geregeld maar de chauffeur wist wel wat. We kwamen uit bij Abel hostel, wat gelijk ook een soort reisbureautje was. Hier regelden we een compleet pakket voor de komende dagen: overnachting voor vannacht in Senggigi, transport naar Gili Meno, 3 dagen duiken (6x duiken), transport naar Gili Air en vanaf daar naar Ubud op Bali. Het was even een aardig bedrag, maar wel fijn dat alles nu geregeld was en een goed vooruitzicht om een aantal fun dives te gaan maken bij de Gili’s!

Nadat dit allemaal geregeld was zijn we wat gaan eten. Aangezien het opnieuw regende besloten we om het strand nog even uit te stellen en eerst voor een paar euro een manicure&pedicure te nemen. Vervolgens met gelakte nagels richting strand, waar we eerst lekker met een cocktail naar de zonsondergang keken en toen bij een ander tentje wat hebben gegeten.

Vrijdagochtend moesten we even haasten. We zouden om half 9 opgehaald worden maar de auto kwam ineens een half uur eerder. Gauw spullen ingepakt en ontbijt naar binnen gewerkt en toen vertrokken. Het vervoer was van de duikschool waarmee we de volgende dag zouden gaan duiken, dus konden we ook gelijk bij aankomst in de haven hun spullen bekijken. Dat zag er allemaal goed uit en dat gaf ons een gerust gevoel, want we gingen toch 6 keer met ze duiken en dan is het wel fijn als alles er netjes uit ziet. We twijfelden nog even of we gelijk vandaag al mee zouden gaan duiken, maar besloten gewoon ons plan te volgen en vandaag Gili Meno te gaan verkennen en lekker op het strand te gaan liggen. En dat is precies wat we deden. Eerst op zoek naar onze homestay, een bungalowtje op het midden van het eiland (wat overigens niet bepaald groot is, maar alles is ver als je in de hitte met je spullen over het strand loopt – op de Gili’s zijn er geen motorvoertuigen, alleen paard en wagen en die zagen we even niet) en daarna een snorkelset gehuurd. Toen op zoek naar een leuk stukje strand om te gaan snorkelen. Het strand vlak bij de homestay was jammer genoeg wat minder, heel veel stenen en afval, dus liepen we verder. De zon brandde goed, dus ook al hadden we nog niet echt een fijn plekje gevonden, we moesten echt even het water in. Toen we weer wat waren afgekoeld konden we er weer tegen om wat verder te lopen, maar zo in de hitte en tegen lunchtijd vielen ook de afstanden op dit kleine eilandje toch een beetje tegen. Uiteindelijk wel het mooiere deel bereikt en toen eerst gegeten en even gerelaxt. Daarna op het strand gaan liggen en nog lekker gezwommen.

Ook vandaag betrok de lucht weer, dus keerden we weer terug naar ons huisje. ’s Avonds bij een strandtentje nog even wat gedronken en zo kwam er een einde aan de eerste dag Gili’s.

De volgende 3 dagen stonden in het teken van duiken. We werden ’s morgens om 9 uur opgehaald vanaf het eiland en gingen dan naar Gili Trawangan (het grootste eiland van de 3) om de andere duikers en snorkelaars op te halen.

Op zaterdag startten we bij Turtle Heaven, een naam die deze duikspot eer aan doet. Al snel zagen we schildpadden, sommige heel groot, anderen wat kleiner. De onderwaterwereld was heel mooi, ontelbaar veel vissen, super helder water, mooi koraal. Echt genieten! De zenuwen die we hadden voor deze eerste duik waren zo verdwenen, als je eenmaal onderwater bent ben je zo in het nu bezig dat je nergens meer aan hoeft te denken anders dan “wauw wat is dit geweldig” (en “hoeveel zuurstof zit er nog in mijn tank” natuurlijk).

Na ongeveer 45 minuten gingen we weer omhoog en keerden we terug naar Gili Trawangan om te gaan lunchen. Na de lunch duik nummer 2, Shark Point. Hier gingen we dieper (>20 meter) en was het goed te merken dat er meer stroming stond. Het was ook minder helder, misschien dat we daarom de haai die er blijkbaar zat niet zagen (ik zag wel dat de divemaster het teken “haai” gaf, hand op het hoofd als zijnde een haaienvin). Wel nog weer een schildpad en vele vissen gezien en de duikervaring was er verder ook niet minder om.

En zondag mochten we weer! Voor we werden opgehaald keken we nog even bij de schildpaddenopvang, een klein gebouwtje met een aantal baden vol babyschildpadjes die daar blijven tot ze wat groter en sterker zijn en daardoor hopelijk een grotere kans van overleving hebben.

We startten vandaag bij Meno Slope, een enorme koraalwand. Heel gaaf, opnieuw superveel vissen, een paar schildpadden en een murene! Wederom een hele mooie duikervaring, ik denk niet dat ik hier ooit genoeg van ga krijgen.

De pauze was vandaag iets langer, aangezien er een zoekactie in gang was omdat Becca, de duikassistente, haar GoPro was verloren bij het aan boord klimmen (gelukkig is deze weer teruggevonden). Eenmaal weer op Trawangan een heerlijke paarse wrap met hummus, avocado en feta gegeten en nog een taartje voor toe. Met zo’n volle buik gingen we weer makkelijk onderwater voor de 4e duik, opnieuw bij Turtle Heaven. We waren op net een ander stukje dan zaterdag en het was net even iets minder helder, maar nog steeds heel mooi. Er waren wel heel veel andere duikers, dus het was goed opletten dat je bij de juiste mensen bleef (iedereen lijkt op elkaar met die hele uitrusting). Opnieuw enkele schildpadden, vele vissen en een murene gezien. Bij deze duik had ik wel wat last van mijn oren, het klaren ging niet helemaal lekker. Gelukkig daar geen last van gehouden.

Maandag was de derde en laatste dag duiken. Vandaag gingen we met al onze spullen op pad, want na deze duikdag zouden we niet terugkeren naar Meno maar gingen we naar Air. Het was druk vandaag op de boot, maar bijna iedereen ging snorkelen dus dat scheelde. Wel gingen we weer naar Turtle Heaven, want dat is de beste plek om te snorkelen. Wel door de stroming weer net even een ander stukje gezien en van Heaven kun je niet genoeg zien. Vandaag hadden we een hele fotosessie met de schildpadden, want de divemaster van vandaag nam graag af en toe mijn camera over om foto’s van mij en Angi te maken.

We kwamen weer helemaal enthousiast boven en twijfelden of we vandaag niet misschien 3x zouden gaan duiken. Uiteindelijk hebben we het bij 2 duiken gelaten (we wilden het geld van een derde duik liever bewaren om nog ergens anders te gaan duiken). We hadden de snorkelaars weer afgezet op Trawangan maar gingen zelf nog niet lunchen maar gelijk door met de 2e duik. We keerden terug naar Shark Point, waar we deze keer wel een haai zagen! Hij was (gelukkig) niet zo groot, maar wel zeer herkenbaar een haai. Verder zagen we tijdens deze duik een schildpad, 2 roggen en natuurlijk de nodige vissen. Ik dacht nog, wat kriebelt er zo aan mijn been, bleek dat er een vis aan het meeliften was en aan mijn been zat te knabbelen (ik snap niet dat mensen vrijwillig met hun voeten in zo’n vistank gaan zitten want het kietelt echt enorm).

Na deze duik vond iedereen het zo jammer dat het er voor ons op zat, dat we gratis mee mochten om te gaan snorkelen terwijl ze nog voor een derde duik gingen. Even gauw weer zo’n lekkere wrap gehaald en toen weer door. Het snorkelen was mooi, maar haalt het toch in de verste verte niet bij duiken…

Daarna was het toch echt klaar en gingen we terug naar Gili T, vanaf waar we met een ander bootje naar Air gingen. Met paard en wagen reden we naar onze bungalow, want die lag aan de andere kant van het eiland. Moe maar voldaan van de afgelopen dagen duiken hebben we lekker gerelaxt in ons huisje en zijn we ’s avonds in de buurt wat gaan eten.

Dinsdag hadden we een stranddag ingepland om bij te komen van al het duiken. ’s Ochtends op ons gemakje opgestart, ontbeten (ik had “French toast” maar wat er nou zo Frans was aan deze 2 geroosterde witte boterhammen weet ik niet…) en toen een fiets gehuurd om naar de haven te fietsen. Daar kwamen we compleet bezweet en oververhit aan, want het was bloedheet en de fietsen waren van een dermate kwaliteit dat je flink moest werken voor weinig effect.

We gingen op zoek naar het kantoortje van het veerbedrijf waar we de volgende dag mee naar Bali zouden gaan, dat zou daar ergens moeten zitten volgens de man van het reisbureau. Na wat heen en weer geloop en gestuurd te worden bleek het niet echt om een kantoortje te gaan, er zat gewoon een jongen ergens op het strand. Nou goed, we konden in ieder geval regelen dat we de volgende dag met de boot mee gingen, dat was het belangrijkst.

Na nog wat te hebben rondgekeken bij de kleine winkeltjes in de haven gingen we op zoek naar een koffietentje om een ijskoffie te drinken. Helaas was op het hele eiland de stroom uitgezet, waardoor geen enkel tentje dit voor ons kon maken. Gelukkig was er wel een klein supermarktje waar de koeling het nog wel deed, dus konden we daar mooi wat te drinken halen.

Daarna weer in de hitte teruggefietst naar de bungalow, waar we ons gauw in onze bikini gehesen hebben om naar het strand te gaan. Echt een verkoelende duik in het zeewater was het niet, het water is hier namelijk niet kouder dan lauw te noemen, maar het was toch lekker. De rest van de middag hebben we lekker op een bedje gelegen en gerelaxt. Het weer was niet helemaal passend bij onze stranddag, want na het middaguur betrok het namelijk en regende het ook nog even, maar dat maakte het relaxen niet minder.

’s Avonds hebben we lekker weer bij een strandtentje gegeten en met een koud Radler biertje van de heerlijke avond genoten.

Afgelopen woensdag gingen we naar Bali. Voor de laatste keer met paard en wagen naar de haven, waar we wachtten op de fastboat die ons erheen zou brengen. We hadden gisteren al begrepen dat de maatschappij waar we eigenlijk mee zouden varen vandaag niet zou gaan, maar dat we met een andere maatschappij zouden gaan. We moesten er om half 11 zijn, maar het bleek dat de eerste boten al vol zaten. Uiteindelijk gingen we pas rond 12 uur met de boot mee, maar dat was niet zo erg want in de tijd die we moesten wachten konden we lekker mensen kijken en een beetje lezen.

Eenmaal op de boot bleek deze ook behoorlijk vol en erg warm, maar gelukkig konden we bij de deuropening zitten waardoor we wat frisse lucht kregen. Ik zat lekker te lezen tot ik ineens door Angi geroepen werd, er waren in de verte dolfijnen te zien!

Aangekomen op Bali was het contrast met de rustige Gili’s groot. We liepen gelijk tegen een muur van mensen aan die wat probeerden te verkopen, van eten tot sarongs en taxiritten. In ons pakket zat het transport naar Ubud al inbegrepen, dus we waren niet geïnteresseerd maar desondanks werd er elke meter die we aflegden weer gevraagd waar we heen gingen, met welke maatschappij, waar we dan naar toe moesten lopen en of we niet liever een private car wilden. Gelukkig vonden we ons busje snel, maar moesten we wachten tot deze vol zat. Het vragen begon opnieuw, nu kwam iedereen steeds bij het busje staan. Gelukkig zat het busje vrij snel vol en konden we eindelijk vertrekken. In ongeveer 1.5 uur reden we naar Ubud en zagen we onderweg al wat mooie rijstvelden, vele tempels en heel veel groen.

In Ubud hadden we een homestay geregeld met een goede beoordeling en volgens de website een goede locatie. Het was inderdaad een mooie locatie, maar wel eentje ver van het stadscentrum af. De shuttle zou ons eigenlijk alleen naar het stadscentrum brengen, maar voor een meerprijs wilde de chauffeur ons wel bij ons verblijf brengen. We begonnen ons al af te vragen of we überhaupt nog wel in Ubud waren toen eindelijk aankwamen. Het leek wel alsof we in een tempel verbleven! Het uiterlijk van deze accommodatie maakte de plek goed, zeker omdat we hier gelijk ook een scooter konden huren. Zodra we gesetteld waren zijn we dus met de scooter weer teruggegaan naar het centrum, waar we in een vegetarisch restaurant lekker hebben gegeten. Vanuit het busje hadden we al veel leuke winkeltjes gezien waar we lekker rond hebben gekeken. Het toetje was mislukt (aangebrande brownies en een heel vies goedje wat door zou moeten gaan als ijskoffie) maar Angi had op de kaart een Starbucks gevonden, dus zijn we in die richting gereden. We reden door een straatje met opnieuw heel veel leuke winkeltjes, dus besloten we te parkeren en verder lopend, van winkel naar winkel, naar de Starbucks te gaan. Nu kwamen we pas echt in het centrum, souvenirwinkeltjes, restaurantjes, heel veel andere toeristen: heerlijk!

Na nu wel een lekker taartje en lekkere frappuccino nog even verder rondgekeken en toen weer de lange weg terug naar de homestay.

Donderdag gingen we per scooter Ubud en omgeving verkennen. Allereerst gingen we naar Monkey Forest, een bos en sanctuary voor de heilige apen, midden in Ubud. Een toeristentrekpleister, dus wederom veel leuke winkeltjes waar we echt even moesten kijken. Daarna zijn we het bos ingegaan, waar gelijk al veel apen te zien waren. Alle losse spullen in de tas, want de apen staan er om bekend om van je te stelen (oh en ze kunnen ook nog bijten)… Je kon ook fruit kopen en dat boven je hoofd houden, zodat de apen op je zouden klimmen, leuk voor de foto (maar aangezien ik meerdere keren onderwijs heb gegeven over ziektes die je allemaal van apen kunt krijgen had ik daar niet zo’n behoefte aan…).

Het bos was veel groter en mooier dan ik verwacht had. Overal apen, bomen, standbeelden bedekt met een groen laagje mos en 3 tempels in het bos waar je een kijkje kon nemen.

Nadat we alles gezien hadden keken we nog even bij de winkeltjes voordat we weer verder reden, nu naar de Ubud Market. Ook hier weer heel veel kraampjes, allemaal met ongeveer dezelfde spulletjes en dezelfde praatjes: “looking free”, “cheap/special prices” en “for good luck”.

Nadat we het vervoer voor morgen naar onze volgende bestemming hadden geregeld hebben we bij een leuke warung lekkere Gado Gado gegeten. Toen we er weer tegen konden (niks slecht weer hier, het was hartstikke zonnig en dus heet) zijn we weer op de scooter gestapt en naar de rijstvelden gereden. We wisten niet precies waar of hoe ver deze waren, maar de plotselinge grote hoeveelheid een marktkraampjes met opnieuw dezelfde souvenirs als in het centrum maakten duidelijk dat we er waren. Mooie rijstterrassen die deden denken aan Sapa in Vietnam, maar dan groen en wat jungle-achtiger. Na de nodige foto’s en een halve blik op de winkeltjes (nee we zouden eigenlijk echt niks meer moeten kopen) reden we weer verder. We kwamen uit bij een koffieplantage, waar ze luwakkoffie verkochten. We kregen hier een uitleg over en zagen de luwak. Dit beestje eet van de koffieplant en poept vervolgens de koffieboon uit, welke dan schoongemaakt moet worden, moet drogen en dan tot koffiepoeder vermalen kan worden. Smakelijk.

Na dit bezoekje gingen we nog naar Goa Gajah, de Elephant Cave. Dit klinkt als iets groots met olifanten, maar dat is niet zo. Het is een kleine grot met een aantal standbeelden die vroeger gebruikt werden om te mediteren. Leuk om even rond te kijken, maar veel tijd hadden we daar niet voor nodig. Bij de tempel op het terrein wenkte een monnik ons en voerden we een ritueel uit (geen idee wat, deze man met ca. 3 tanden sprak geen woord).

De grot was vlak bij onze homestay, dus zijn we daar even heen gegaan om onze aankopen van vandaag te droppen en ons even op te frissen. Daarna weer terug naar het centrum, want vanavond wilden we een traditionele Balinese dans zien. Op verschillende plekken in de stad waren verschillende dansen te zien. We kozen voor de Kecak Fire & Trance Dance. Deze dans wordt begeleid door de Gamelan Suara, een soort mannenkoor van rond de 100 mannen. Echt zingen doen ze niet, het zijn meer geluiden die ze maken. Ze zitten in een cirkel rond het vuur waar omheen het verhaal zich afspeelt. Het verhaal wat getoond werd was onderdeel van de Ramayana en ging over een prins en zijn vrouw, die wordt ontvoerd door een demon nadat de prins is weggeleid door een gouden hert (wat eigenlijk de rechterhand is van de demon). Uiteindelijk worden ze beiden gered door een witte aap en een vogel… Of zoiets, dit is wat ik er van gemaakt heb aan de hand van het foldertje wat we erbij kregen.

Voor een vuurdans was er ook maar weinig vuur, pas in de laatste 5 minuten begon de Trance Dance Sanghyang Djaran. De paardrijder (geen echt paard) wordt in trance gebracht door de geluiden van de Gamelan Suara en loopt dan over brandende kokosnootschillen. Dit moet men beschermen tegen kwade krachten en epidemieën. De kokosnootschillen werden steeds weggeschopt door de meneer die er doorheen liep en aangezien wij vooraan zaten moesten we oppassen dat we niet ook brandende kokosnootschillen over onze voeten kregen. We zaten ook nog eens in de windrichting, dus we waren redelijk uitgerookt toen het afgelopen was.

Na deze bijzondere danservaring was het tijd om wat te gaan eten. Genoeg restaurantjes om uit te kiezen, maar om de een of andere reden viel het vegetarische aanbod flink tegen. Dan maar ergens anders heen, we hadden gisteren nog wat andere plekken gezien. De straat waar we uit kwamen en waarvan we wisten dat deze naar die plek zou leiden was alleen eenrichtingsverkeer, dus moesten we in het donker een andere richting zien te vinden. We dachten, 3x links en dan kom je er ook, alleen waren er niet echt wegen om naar links te gaan. Uiteindelijk hebben we een uur rondgereden op de scooter, waarvan 1 stukje over een heel smal weggetje, voor we eindelijk op de juiste plek aankwamen. Het was inmiddels 5 minuten voor 22 uur en hadden dus nog 5 minuten om wat te eten te bestellen. Gelukkig waren de taco’s die we besteld hadden gauw klaar en erg lekker.

Toen eindelijk terug naar de homestay om te gaan slapen. Het was een lange maar zeer geslaagde dag.

Vrijdag werden we om 10 uur opgehaald om naar Lovina, in het noorden van Bali, te gaan. De rit duurde ongeveer 2.5 uur en bracht ons langs meer rijstvelden, een aantal meren en door de bergen van het binnenland van Bali waar de schade van de hevige regenbuien van de afgelopen weken nog duidelijk te zien was.

Bij de accommodatie regelden we gelijk de dolfijnentour voor morgen, daar waren we immers voor gekomen, en het vervoer naar de volgende plaats. Daarna zijn we richting strand gegaan om de rest van de middag te relaxen. Geen parelwit strand deze keer maar een zwart zandstrand (of deels zwart kiezelstrand), waardoor het water ook heel donker kleurde. Het was bloedheet in de volle zon, er was geen parasol meer want die was kapotgegaan tijdens de storm. “Gelukkig” kwamen daar de donkere) wolken aan die voor schaduw zorgen. Regen hebben we niet gehad, die viel allemaal op Java. Helaas was de zonsondergang, die in Lovina heel mooi moet zijn, hierdoor minder spectaculair.

 ’s Avonds gingen we vroeg naar bed, want de dolfijnentour startte de volgende ochtend al om 5.45 uur…

De wekker ging op zaterdag dus al om 5.15 uur en om 5.45 uur zaten we in een traditioneel vissersbootje en gingen we het water op. Het was nog donker en we waren de enige op het water. We dachten nog dat dat kwam omdat het laagseizoen is en er dan weinig toeristen in Lovina zijn, maar na ongeveer een half uur bleek dat de rest gewoon pas later begon. Wij hadden in de tussentijd al een hele mooie zonsopgang gezien, maar nog geen dolfijnen. Nou had ik gelezen dat er vaak heel veel dolfijnen zitten omdat ze in dit gebied rond zonsopgang komen ontbijten (dat is ook de reden dat de tour zo vroeg is, later op de ochtend zijn de dolfijnen verder op zee). Toch was het een hele opluchting toen we daadwerkelijk een aantal dolfijnen zagen. Gauw met de boot er heen, net als de andere bootjes die inmiddels aangekomen waren. De dolfijnen waren in het begin wat lastig te spotten, ze bleven lang onder water en dan is het maar de vraag waar en wanneer ze zich weer laten zien. Maar al gauw waren er meer dolfijnen die op zoek waren naar eten en daarbij heel dicht bij de boot kwamen. Ze waren soms echt op maximaal 2 meter afstand en sprongen geregeld uit het water (natuurlijk op die momenten dat we niet met de camera klaar zaten, maar goed, we hebben het wel gezien). De zon kwam ondertussen steeds verder op en de dolfijnen trokken steeds verder weg, klaar met eten. Heel in de verte zag ik nog een dolfijn een flinke sprong met salto maken maar daarna was het toch echt klaar. Terug naar de haven en het hotel om te ontbijten en in te pakken, want om 9 uur werden we weer opgehaald om verder te reizen.

Met een busje reden we via Ubud naar Seminyak. Waar ik tot nu toe nog nauwelijks Australiërs had gezien op Bali, terwijl Bali toch een beetje bekend staat als “Little Australia”, veranderde dat snel in Seminyak. Dit plaatsje ligt aan het strand en is een van dé surfplekken in Bali. Als je de zee ziet is dat ook niet verwonderlijk, want er zijn hier flinke golven. Misschien dat dat ook een van de redenen is dat er zo veel Australiërs komen dat zelfs de locals je met een Australisch accent begroeten. Hoewel, ik heb grote moeite om me de Australiërs die wij zagen op een surfplank voor te stellen (middelbare leeftijd en een gemiddeld BMI van rond de 30)… Niet echt de surfdudes die er volgens internet genoeg zouden rondlopen…

Nou hadden wij een hotel geboekt met zwembad waar we lekker de hele middag dachten te gaan liggen. Helaas bleek het zwembad voor vandaag gesloten te zijn, dus dat was een domper. Op het strand waren we voor nu even uitgekeken, dus struinden we even wat rond door het plaatsje en zijn we daarna naar onze kamer gegaan om daar te relaxen en allerlei klusjes te doen (onder andere heel veel foto’s uitzoeken, reisverhalen schrijven, etcetera). ’s Avonds even een kort uitstapje naar het Italiaanse restaurant even verderop en daarna lekker verder rommelen.

Vanmorgen zetten we deze trend lekker verder, onze volgende bestemming lag maar een half uur verderop en we hoefden pas om 12 uur uit te checken. Dat deden we dan ook, waarna we met een Uber naar Jimbaran zijn gegaan. Vandaag hebben we nog als relaxdagje bestempeld en zijn we even op pad geweest om te lunchen. Bij de Hollandse bakker die we zagen haalden we een broodje. Echt heel Hollandse dingen hadden ze niet, maar het roombroodje smaakte prima.

Daarna terug naar het hotel waar we nog even moeten wachten tot we zo het zwembad in kunnen, want helaas bleek ook bij dit hotel het zwembad even gesloten. Voor vandaag staat er niet heel veel meer op de planning, morgen gaan we weer met een scooter de omgeving verkennen en vanaf overmorgen gaan we nog naar 2 ander kleine eilanden waar we hopelijk weer kunnen gaan duiken.

Foto’s

3 Reacties

  1. Tineke:
    26 februari 2017
    Tjonge, jonge, jonge, wat een avonturen weer, je vertelt het wel als we facetimen, maar als ik het zo teruglees, is het heel veel..en natuurlijk heel leuk om te lezen! En ik heb als bijkomend voordeel dat ik ook al foto's kan kijken ;-), dat maakt het extra leuk!
  2. Leonie:
    26 februari 2017
    Jeetje wat zie jij veel! :)
    Mooie verhalen Karolien. Ik lees ze niet altijd op tijd (moet soms een beetje inhalen haha) maar het is heerlijk om ze te lezen. Sommige plekken zijn wij ook geweest en is dus heel leuk en herkenbaar.
    Knap dat je bent gaan duiken. Dat durf(de) ik niet. Maar goed, ik weet inmiddels allang dat jij veel dapperder en avontuurlijker bent dan ik, haha.
    En dolfijnen zien blijft iets moois en magisch he? Maakt niet uit of je ze met een geplande reis of spontaan tegenkomt, het blijft mooi om te zien. Wij hadden laatst in Flamingo bij een ochtendwandeling, helemaal alleen met zn tweeën, ineens spontaan dolfijnen. zo gaaf! kun je uren naar kijken. Net als die zeekoeien trouwens. Hadden we vlakbij St. Petersburg (FL, USA) ook op een ochtendwandeling (wij houden van ochtendwandelingen; vaak ben je dan echt alleen omdat niemand zo vroeg aan de bak wil). Een hele groep over de bodem van een kraakheldere baai. Er was niemand, ochtends 7 uur, mistig, muisstil en ineens...... We hebben een uur gewoon dom zitten kijken. Dat zijn kleine geluksmomentjes ;)
    Gaaf dat jij met ze gaat werken! Er waren er echt heel erg veel met gigantische littekens van boten ed. Dus kan me voorstellen dat je wat te doen hebt straks.... :(
    Maar goed, genoeg over hier: geniet van je reis!! En blijf schrijven.
    Liefs!
  3. Sneuf:
    27 februari 2017
    Geweldig Vor! Ook weer effe heerlijk bijgelezen, geniaal je apenavontuur :')
    We missen je wel hoor <3