Een week verder

13 december 2016 - Tangalle, Sri Lanka

Inmiddels zijn we aangekomen in het zuiden van Sri Lanka en nemen we even wat gas terug want deze eerste week hebben we superveel gedaan. Gisteren hebben we onze driver gedag gezegd en eigenlijk zijn we daar wel heel blij mee. Hoewel we door deze manier van reizen echt heel veel hebben kunnen zien in korte tijd, voelde het alsof we met z’n drieën op reis waren in plaats van samen, omdat hij (goed bedoeld) overal mee naar toe ging. Ook het niet Engels kunnen spreken begon erg lastig te worden en we werden het zat om zo veel in de auto te zitten. Kortom, we hebben er absoluut geen spijt van dat we het hebben gedaan maar een week was meer dan genoeg.

Afgelopen donderdag zijn we de dag rustig begonnen met een wandeling door de Botanische Tuinen in Kandy. Lekker even lopen door het mooie park, waar wijzelf ook weer een bezienswaardigheid waren (met een Chinees vrouwtje op de foto geweest met de welbekende peace-pose).

’s Middags zijn we naar Delhouse gereden, een superklein plaatsje aan de voet van Adam’s peak, de hoogste berg van Sri Lanka. Een compleet andere omgeving dus, met overal waar je kijkt theeplantages. Supermooi, maar wat is die berg hoog… Hoe hoog merkten we ’s nachts, want om 2 uur vertrokken we om de pilgrimstocht naar boven te maken, een 7 km lange klim met ca. 5200 traptredes de berg op om daar bij de tempel aan te komen en de zon op te zien komen.

Bij aankomst bij het startpunt kregen we van een boeddhistische monnik een wit armbandje om en werden we gezegend. Daarna kon de ruim 3-3.5 uur durende klim beginnen. Het seizoen was nog niet begonnen (vanaf eind december komen hier heel veel boeddhisten naar toe om hetzelfde te doen), dus de weg naar boven was donker i.p.v. verlicht. Gelukkig hadden we onze zaklamp mee. Onderweg eigenlijk alleen maar andere toeristen gezien die aan dezelfde zware tocht waren begonnen.

Doordat het pad niet verlicht was, waren de honderden tot duizenden sterren wel heel mooi zichtbaar, wat voor een onbeschrijfelijke sfeer zorgde. De hele tocht naar boven was stil, op het gehijg, gekreun en gesteun van de klimmers na. Onderweg waren er wel een paar kraampjes open met eten en drinken, waar iedereen even bij kon komen en moed kon verzamelen om weer verder te gaan. In het begin was de klim namelijk nog wel te doen, enkele traptredes afgewisseld met stukken vlakke grond, maar hoe hoger je kwam, hoe minder vlakke stukken. Het laatste uur was non-stop traplopen. We hebben de top bereikt op pure wilskracht en doorzettingsvermogen, want fysiek waren we gesloopt. Eenmaal boven was het hartstikke koud (door zowel de wind die er stond als doordat je ineens stil stond) en trok het helaas ook nog eens dicht, waardoor de beloofde spectaculaire zonsopgang niet echt duidelijk zichtbaar was. Wel braken er wat zonnenstralen door de wolken heen, wat ook heel mooi was. Bovendien was het de tocht zelf die dit tot een onvergetelijke ervaring maakte, maar ik zou het nooit van mijn leven over doen.

Bovendien stonden we nu bovenop de berg, en moesten we dus ook weer 5200 treden naar beneden. Met trillende beentjes, want die waren op…

Beneden nog een keer gezegend door een andere monnik, nieuw armbandje erbij en een donatie gedaan zodat ze een nieuw boeddhabeeld kunnen maken.

Tot slot nog de laatste uitdaging, want bij het hotel zaten we op 3 hoog en hadden ze geen lift, dus moesten we nog meer trappen op. Het vooruitzicht van een douche en schone kleren maakte dat dat nog net lukte.

’s Middags (het was immers pas 11 uur) zijn we naar Nuwara Eliya gereden, van waaruit we naar Horton Plains National Park wilden. Moe kwamen we daar aan, we vonden het lelijk en het hotel was ook niet echt boeiend, maar meer dan slapen wilden we toch niet.

Vrijdag gingen we om half 6 ’s ochtends weer op pad (achteraf noooooit moeten doen) om een 10 km lange wandeling in Horton te maken (stelletje idioten dat we waren). Superveel spierpijn en Les ook nog eens hartstikke ziek liepen we daar naar World’s End, waar je zo’n ontzettend ruim uitzicht zou moeten hebben dat je echt het gevoel hebt alsof je het einde van de wereld hebt bereikt. Nou niet dus, wij keken tegen een witte muur van mist aan…. De wandeling was op zich wel mooi en we hebben nog wat herten gezien dus dat maakte het nog een beetje goed. Alleen moesten we door miscommunicatie uiteindelijk 9000 roepies betalen i.p.v. 3000 die wij voor ogen hadden, waardoor we nog meer spijt hadden…

Hopelijk zou de treinreis die we ’s middags vanuit Nuwara naar Ella gingen maken ons beter stemmen… We stapten in in een overvolle trein, geen zitplaatsen meer beschikbaar (de rit zou 2.5-3 uur duren) en door de drukte stonden we op een plek waar we niks zagen behalve één meisje met selfie-stick die gedurende de hele rit vermoedelijk zo’n 500 foto’s van zichzelf en de trein heeft gemaakt. Eigenlijk hadden we het best naar ons zin, we hebben leuk gekletst met een Nieuw Zeelands koppel dat al sinds Kandy (waar ze 5 uur eerder ingestapt waren) stond, en waarmee we blikken uitwisselden als Miss Selfie weer op dreef was (niemand mocht namelijk op haar plaats staan, dus als ze bij een stop even de trein uit was gestapt om meer foto’s te maken, werd er wel van je verwacht dat je dan weer voor haar aan de kant ging). Ook het feit dat we niet in de auto zaten (wat niet zo fijn rijden was in de bergen, met kronkelige wegen en Sri Lankaanse rijstijl) en het rijden met open deuren en een ventilator was een fijne afwisseling.

Na ong. 1.5 uur bood een hele liever Sri Lankaanse haar zitplek aan Leslie aan, die vervolgens naast haar en haar moeder kon zitten. Even later haar plek af aan mij, waardoor ik ook even kon zitten. We hebben gezellig met de familie gepraat en kon Les ook eindelijk een treinfoto maken. Toen de familie de trein uit ging hebben we onze plek met de Nieuw Zeelanders gedeeld, die heel blij waren ook eindelijk even te kunnen zitten.

Eenmaal aangekomen in Ella stond Ramyan, de taxichauffeur, ons al op te wachten en bracht hij ons naar ons hotel, of eigenlijk guesthouse. Schattig klein met hele lieve eigenaar, we voelden ons al heel veel beter dan eerder die dag. Het hielp ook dat Ella echt een heel leuk klein plaatsje is met leuke cafétjes en een prettige sfeer door de reizigers die er zijn (voor de mensen die er wel eens geweest zijn, het deed me een beetje aan Banff, Canada, denken, hoewel de omgeving totaal anders is) en een prachtige omgeving, bergachtig, groen, theeplantages, zon.

We hebben gegeten bij de Flower Garden tegenover ons hotel, supermooi uitzicht over het dal. Daarbij hadden ze bij de Flower Garden ook nog veel volières, dus de geluiden van de vogels maakte het echt tot een tropisch sfeertje (en de babykonijntjes die ze er hadden waren ook superschattig).

’s Avonds zijn we nog even met de tuktuk naar het stadje gegaan en hebben we daar rondgelopen en in de souvenirwinkeltjes gekeken. En toen lekker slapen, want we waren moe!

Zondagochtend eindelijk een beetje rustig aan kunnen doen, lekker wat langer in bed kunnen blijven liggen. Wakker worden in Ella is geen straf, zeker niet als de zon schijnt en er een lekker ontbijtje voor je klaar staat. Rond half 11 zijn we via een shortcut naar de Nine Arch Bridge gelopen, waar we mooi op tijd waren voor de trein die er rond 11 uur overheen rijdt. Het uitzicht was zoals op de plaatjes in de boekjes, heel mooi. Toen over de brug gelopen (waar we onze selfie-vriendin weer zagen, opnieuw bezig een reportage te maken van zichzelf bij het spoor) om via de “normale” route terug naar het hotel te lopen, waar we onze spullen weer in moesten pakken om door te gaan naar Tissamahara. Fijn weer door de bergen rijden, lekker die bochtjes. Even gestopt bij Rawana falls, waar superveel locals aan het kijken en zwemmen waren (het was een lang weekend en de scholen zijn 4 weken vrij). Toen we weer bij de auto kwamen bleken we een zachte band te hebben, dus bij de eerst volgende “garage” langs de weg (lees: hutje met een grote bak waar water in kan, nieuwe banden en iets om kapotte banden te repareren) de banden laten controleren. Er zat een spijker in de band, dus die moest even geplakt worden. Daarna konden we onze tocht weer voortzetten. Gelukkig reden we de bergen uit en kwamen we weer tussen de rijstvelden terecht, met rechte wegen.

Ook in Tissamahara was het heel druk, heel veel Sri Lankaanse vakantiegangers die in de wewa (het meer in Tissa) aan het zwemmen en wassen waren.

Het hotel waar we in terecht kwamen was een enorme domper, echt gewoon alleen maar vies te noemen (er kwamen beestjes uit de airco zetten, onze eerste reactie was “kakkerlakken!!” maar het bleken gekko’s te zijn). We hebben wel gelijk een tour naar Yala National Park geboekt voor de volgende dag.

Maandag ging de wekker om 3.45, want om 4.45 zouden we worden opgehaald om naar Yala te gaan. Helaas bleek Leslie te ziek om mee te gaan, dus ging ik alleen. Om 5.20 kwamen we aan bij het park (onderweg nog een overstekende schildpad gezien), wat om 6 uur open ging. Gezien de grote hoeveelheid jeeps die er stonden was het niet verkeerd dat we er al zo vroeg waren, want nu stonden we vrij vooraan in de rij om het park in te gaan. Eenmaal in het park verspreidde de jeeps zich gelukkig direct. We gingen gelijk op zoek naar een luipaard, maar kwamen onderweg genoeg ander wildlife tegen. Waterbuffels en grote kuddes herten die lekker bij en in het water lagen, heel veel vogels en een mooie zonsopgang maakte dit gelijk al tot een hele mooie tour. Toen we vervolgens ook nog bij een boom een aantal jeeps zagen staan, werd de tour van mooi naar geweldig: er zat een luipaard in die boom! En wat voor eentje, hij was echt een showtje aan het geven. Klimmen, springen, liggen, zitten, jagen, gapen, hij deed het allemaal. Wat een geweldig moment en wat was het genieten (ik hing wel een beetje oncomfortabel uit de jeep, steunend tegen de jeep ernaast want anders zag ik niks, maar who cares?!). Inmiddels had het nieuws dat er een luipaard zat zich verspreidt, er kwamen steeds meer jeeps aan, dus het was tijd om weg te gaan. Dat was even filerijden, maar al gauw verspreidde iedereen zich weer.

Binnen 5-10 minuten kwamen we een olifant tegen die lekker stond te staan. In de boom vlakbij lag ook nog een monitor lizard. Vervolgens lag op zo’n 100 meter verder bij het volgende meertje een krokodil, met in de boom daar weer naast een arend die aan het ontbijten was. Toen we daarna weer doorreden zagen we nog een mongoose en even verderop weer een. Vervolgens nog wat waterbuffels, nog meer herten en nog meer verschillende soorten vogels. Dit allemaal voor 8 uur ’s morgens, het was haast onwerkelijk. Om 8 uur even ontbijten op het strand en daarna nog wat rondgereden: overstekende cobra, meerdere krokodillen van verschillende formaten, waterbuffels, herten, pauwen, bijeneters en tot slot nog 2 zwijnen. Omdat het al zo warm was inmiddels zaten de meeste dieren in de bosjes, dus gingen we weer terug naar het hotel. Wat een trip!

Bij het hotel zo snel mogelijk weg, hier wilden we niet langer blijven. Nog even gestopt bij de wewa, waar de vliegende vossen in grote getalen in de boom hingen.

Toen door naar Tangalle, de drop off. Vanaf hier gaan we het zelf regelen, dus de eerste prioriteit was een fijne schone slaapplek. Die hebben we gevonden bij Natural Cabanas, 500 meter vanaf het strand. We slapen in een natuurlijk hutje in een hemelbed, in een mooie tuin met de geluiden van de golven en dieren op de achtergrond (en af en toe de rennende apen over het dak). Hier waren we aan toe: zon, zee, strand en standje relax. Lekker over het strand gelopen, wat gegeten bij een strandtentje en daarna in een hangmat gelegen.

’s Avonds nog een poging gedaan om schildpadden te kijken bij het schildpaddenreservaat, maar toen er na 2 uur nog geen enkele schildpad was gespot zijn we maar weer terug gegaan.

Vanmorgen heerlijk rustig aan gedaan, voor het eerst hadden we helemaal niks gepland. Op ons gemakje wakker worden, ontbijten en verkassen naar het strand. Ondanks de bewolking toch nog aardig verbrand. Ook een poging tot zwemmen gedaan, maar de zee is ruw en er staat een sterke onderstroming waar we al mee in aanraking zijn gekomen. Helaas ook wat regen op onze stranddag, maar de temperatuur is er niet minder om. Al met al een geslaagde dag, juist omdat we lekker helemaal niks hebben gedaan.

Morgen gaan we per tuktuk naar Mirissa, de uitvalsbasis voor het whale watchen. Verder staat voor de komende dagen vooral relaxen op het strand op de planning en gaan we nog een kijkje nemen in Galle.

Foto’s

3 Reacties

  1. Tineke:
    13 december 2016
    Jeetje meiden, wat veel gedaan.. ik had het al een beetje gehoord/gelezen via mail en whatsapp, maar heel veel in heel korte tijd..
    Mooi verhaal Karolien
  2. Yvonne wigman:
    13 december 2016
    Zooveel al meegemaakt en gezien !!! Mooie verhalen carolien ! ;blijf je volgen hoor , veel plezier samen xx
  3. Hoppit:
    16 december 2016
    Je trapverhaal :') Zal je de volgende dag wel in je billen gevoeld hebben XD Superstoer!