Bula Fiji!

13 juni 2017 - Fiji, Fiji

“Bula!! Bula!!” Met deze woorden werd ik warm welkom geheten op Fiji. Op het vliegveld stond het grondpersoneel ons al op te wachten, iedereen met een grote glimlach en een bloem in het haar. In de hal bij de douane stond een viertal mannen te zingen en muziek te maken, ik kwam direct in een tropische vakantiesfeer. Met een busje werd ik naar mijn hostel gebracht waar ik de eerste nacht zou verblijven. De volgende dag begon mijn 12-dagen-11-nachten-eilandhop bij de Yasawas, waarbij ik 6 eilanden zou gaan bezoeken.

Ik moest vroeg op, want de bus die mij en nog vele anderen zou komen halen om naar de haven te gaan kwam al om 7 uur. Bij de haven heb ik al mijn vouchers voor de komende tijd opgehaald, ik had een all-in pakket geboekt, dus alle veerboottochten, overnachtingen, maaltijden en activiteiten waren al geregeld.

Met de grote gele veerboot van Awesome Adventures, de Yasawa flyer, vertrok ik vervolgens naar het eerste eiland: Beachcomber Island. Lang varen was het niet, al na 45 minuten kwamen we aan bij dit idyllisch kleine eilandje. Of nou ja, de veerboot stopte ergens op het water want aanmeren is er hier niet bij. Met een klein bootje werden wij en onze bagage opgehaald (en de mensen die op het eiland verbleven en weer verder gingen gedropt) en naar het eiland gebracht. Ook hier een ontvangst met muziek en “Bula!” (wat onder andere hallo, dag, proost en nog veel meer betekent en daarmee het meest uitgesproken woord is).

Wauw, wat is het hier mooi! Het eiland is superklein, in 10 minuten ben je rond, het water is heel helder en heel mooi blauw, er is niks dan zand en (palm)bomen op het eiland en 1 resort om te overnachten.

Na het inchecken liep een rondje rond het eiland, lag ik wat op het strand en zwom wat in het water tot het tijd was voor een lekkere lunch. Na de lunch waren er wat gratis activiteiten, waaronder “turtle watch”. Samen met Amy, een meisje dat ik op de boot had leren kennen (ze komt uit Schotland maar heeft 8 jaar in Den Haag gewoond), liep ik mee, denkend dat we schildpadden in het water zouden gaan zien. Ik snapte al niet helemaal waarom we gingen lopen en niet met een bootje op pad gingen, maar wat bleek: ze hadden hier een bassin met 3 schildpadden die deel uitmaken van een fokprogramma en over een paar jaar worden uitgezet. Niet helemaal wat ik ervan verwacht had dus… Na de schildpadden was er ook nog een gratis snorkel/vissen voeren tripje, wat wel was zoals ik had verwacht: met een bootje naar een mooi stuk rif om daar te snorkelen terwijl iemand vanaf de boot visvoer in het water gooide.

Terug op het strand gelegen, mijn boek gelezen en naar de zonsondergang gekeken. Daarna even gedoucht onder wat mijn laatste semiwarme douche voor de rest van de 2 weken bleek te zijn (helaas een pisstraaltje). ’s Avonds met zijn allen gegeten, waarbij etenstijd wordt aangegeven middels tromgeroffel, en bij het avondentertainment gekeken.

Vrijdag (2 juni) was het alweer tijd om door te gaan naar het volgende eiland: Wayalailai Island, waar ik 2 nachten verbleef. Het duurde opnieuw ongeveer 45 minuten met de veerboot om bij dit eiland aan te komen. Het verschil met Beachcomber was groot, dit eiland was vele malen groter. Zo groot dat je hier niet even een rondje rond het eiland loopt. En dat niet alleen, dit eiland is ook veel hoger en groener, met bergen en veel begroeiing. Natuurlijk ook een strand en zeker ook de palmbomen die je bij een tropisch eiland verwacht. En ook hier een warm welkom door de mensen van het Wayalailai Ecohaven resort (er zijn 2 resorts op dit eiland).

En dan ben je daar, op één van de ruim 200 eilanden van Fiji, en kom je een bekende tegen: de Deense Natazja die ik tijdens een van mijn tours in Australië had leren kennen. Helaas zou zij later vandaag vertrekken, maar wat was het leuk om haar even te zien.

’s Middags deed ik mijn eerste activiteit van de vouchers: de Guided Summit Hike, oftewel een intensieve, vermoeiende hike naar het hoogste punt van het eiland. Hier had ik me wel even op verkeken, ik had niet verwacht dat we daadwerkelijk naar de top zouden gaan, wat een rotsblok bovenop een berg was en waar niet echt een pad naartoe leidde. De heenweg was zwaar maar het uitzicht was het waard, we keken uit over het hele eiland en het naastgelegen eiland Kuata. Enige nadeel: als je eenmaal boven bent, moet je ook weer naar beneden… En naar beneden was vele malen lastiger, want het was behoorlijk steil en glad en zoals ik al vaker heb gemeld: gewoon lopen is soms al uitdaging genoeg voor mij. Bovendien waren we voor zonsondergang naar boven geklommen, wat betekende dat we nu een deel van de weg in het donker moesten doen (en met donker bedoel ik ook echt donker, met alleen het licht van je zaklamp/telefoon). Uiteindelijk kwam het er op neer dat de gids het merendeel van de weg naar beneden mijn hand vast moest houden om op die manier te voorkomen dat ik viel. Ik trok hem een paar keer bijna mee om, maar we zijn zonder verwondingen weer beneden gekomen. Wat was ik opgelucht toen ik het resort weer zag, en wat had ik hard een douche nodig want we deden dit alles bij een temperatuur van 30 graden….

’s Avonds was er na het gezamenlijke avondeten weer entertainment, waarbij we de Bula dans leerden en een dans/stil-staan-wedstrijd deden (zodra de muziek stopt moest je perfect stilstaan in de houding die je op dat moment had).

Zaterdag was een dag in het water. ’s Morgens ging ik samen met een groot deel van de andere reizigers mee met de “shark snorkeling”. Na een kort bootritje kwamen we ergens midden op het rif uit en zwommen we richting de plek waar we rifhaaien zouden kunnen zien. Wauw wat was het water hier helder en het rif mooi! Al gauw zag ik de eerste haai, maar blijkbaar waren we nog niet op de goede plek want de gids zwom verder naar een ander plekje. Hier zwommen een stuk of 5 haaien tussen het koraal. De haaien worden hier dagelijks gevoerd, waardoor ze gewend zijn aan mensen. Omdat het rifhaaien zijn, zijn ze relatief ongevaarlijk voor mensen (hoewel de littekens op het arm van Freek Vonk op het tegendeel wijzen) en ik vond het dan ook totaal niet eng, het was alleen maar heel erg mooi en het maakte dat ik alleen maar meer uitkeek naar mijn volgende activiteit van vandaag: duiken. Samen met de Duitse Jenny en onze divemaster gingen we, na een korte pauze na het snorkelen, naar een ander stuk rif om te duiken. Ook hier waren meerdere haaien die ik deze keer zelf gevoerd heb, althans ik had een stuk dode vis in mijn hand (getver) die ik toch wel ruim voordat de haai echt in de buurt kwam los liet. Terwijl we rond het rif doken volgden de haaien ons als een stel honden op een uitlaatveldje, dan waren ze weer even weg en plots waren ze weer in zicht. Het was een heel mooi plekje om te duiken en gelukkig gingen we na de lunch nog een keer. Tussendoor hadden we even pauze en maakten Jenny en ik, bij de “ladies of the village” een enkelbandje van schelpen.

De tweede duik was op een andere locatie, aan de zijkant van het eiland. We doken nu bij een enorme koraalwand en zagen allerlei soorten koraal en verschillende kleine visjes.

Na het eten werd ik samen met Jenny uitgenodigd door onze divemaster om met wat mensen uit het dorp cava te drinken.

De volgende dag was het weer tijd om Wayalailai te verlaten en door te reizen naar het volgende eiland, Nacula Island, samen met de Duitse Sheena die exact dezelfde trip had als ik.

Nacula Island ligt op ongeveer 2.5 uur varen van Wayalailai af, helemaal aan het einde van de Yasawas eilandengroep. Deze laatste stop was een gecombineerde stop voor 3 eilanden dus het was behoorlijk druk, veel bootjes waarbij de mensen en hun bagage op en van de boot moesten. We moesten vervolgens nog best een stukje met ons kleine bootje naar Nabua Lodge, waar we gelijk onze lunch kregen. ’s Middags was het tijd om lekker te relaxen op en rond het strand. Na het eten begon de internationale avond, waarbij we eerst een muntspelletje deden waarbij je moest voorspellen of de 2 muntjes op kop/kop, kop/munt of munt/munt zouden vallen. Na een paar rondes begon het genante deel van de avond: met de medereizigers uit hetzelfde land moest je het volkslied zingen… Gelukkig was ik niet de enige Nederlander en waren we samen ook niet de enige die niet echt konden zingen of de tekst van hun volkslied kenden… Niet echt een succes dus, hoewel het volkslied van Nieuw Zeeland wel indrukwekkend was om naar te kijken en ook het volkslied van Fiji dat door al het personeel werd gezongen was ook een stuk beter.

Maandag ging ik na het ontbijt mee op de cave trip. Deze zou om 9 uur starten, maar aangezien er op Fiji sprake is van “Fiji time” werd dit eerder half 10. Met Joe’s watertaxi gingen we richting een ander eiland om de grot te bezoeken, waarbij we onderweg nog andere mensen van andere eilanden haalden. Het was een behoorlijk eind varen maar dat was geen straf in deze mooie omgeving. Eenmaal aangekomen bij het eiland kregen we een korte briefing van een van de gidsen, waarna we eigenlijk alleen maar met meer vragen zaten dan dat we duidelijkheid hadden gekregen over wat nou de bedoeling was. Dit werd echter al gauw duidelijk toen we de trap op gingen richting de grot. De grot bestond uit twee delen, het eerste deel was het deel waar we nu uit waren gekomen en bestond uit een hoog “plafond” met enkele gaten boven en aan de zijkant voor lichtinval en verder water waar we in zwommen. Om in het tweede deel te komen moesten we een stukje onderwater zwemmen, gelukkig onder begeleiding want je kon niet zien waar je heen moest. Omdat het laagwater was, was het maar een kort stukje maar aangezien je niet kon zien waar je heen ging was het wel even spannend. De gidsen duwden en trokken je door het gat heen waardoor je in het tweede deel van de grot aankwam. Hier was geen lichtinval dus het was heel donker, op het licht van de zaklamp van de gids na. Met de groep zwommen we naar het einde van de grot, die de “spit cave” wordt genoemd omdat er aan het einde van het tweede deel wel een smalle opening in het plafond zit waar men vroeger doorheen tufte wat een luid geluid in de grot gaf.

Na een korte uitleg zwommen we weer terug, moesten we weer even kopje onder om in het eerste deel uit te komen, en gingen we weer met de watertaxi terug naar het eiland.

’s Middags heb ik lekker in de zon en in een hangmat gelegen en bij een ieniemienie theehuisje een taartje gegeten. Na het eten hadden we een wat beter avondprogramma met eerst de Bula dans en daarna twee spelletjes. Bij het eerste spelletje dansten we met z’n allen tot de muziek stopte en er een getal werd genoemd. Vervolgens moest je zo snel mogelijk een groep vormen gelijk aan het getal wat werd genoemd, waarbij er steeds mensen afvielen. Een leuk maar behoorlijk enerverend spel, maar ik haalde het tot de finale en won! Daarna startte het tweede spel, water&sand. Hierbij was er een touw neergelegd die de scheiding vormde tussen “water” en “sand” en moest je over de lijn springen naar het genoemde gebied. Ook heel leuk, maar hierbij viel ik sneller af.

Dinsdag begon de dag met nogal veel regen en bewolking, niet de beste vooruitzichten voor het reef hoppen waar ik me voor had opgegeven. Gelukkig klaarde het tijdens en na het ontbijt flink op en tegen de tijd dat we vertrokken scheen de zon. Gedurende de ochtend gingen we op 4 verschillende plekken snorkelen. De eerste plek was bij een ondiep en vrij rond rif, daarna bij een koraalwand bij een resort op een ander eiland en daarna nog bij het eiland tegenover het onze, waar we nog een haai (of 2?) zagen. Als laatste hadden we nog een korte snorkel bij een schipswrak.

Even na 11 uur waren we weer terug bij Nabua Lodge, waar ik in de zon wachtte tot het lunchtijd was. Na de lunch was het nog ongeveer een half uur wachten tot we weer naar de veerboot vertrokken richting het volgende eiland, Matacawalevu Island. Hier verbleef ik bij Longbeach, waar Jenny ook bleek te zijn. Veel deed ik deze middag niet, lekker op het strand gelegen, tukkie gedaan en gekletst met Jenny en Sheena.

Bij Longbeach was Fiji time extra duidelijk, want het avondeten zou van 19-20 uur zijn, maar om 19 uur begonnen ze pas met koken. Na het eten ben ik met een nieuw boek, The Girl on the Train, naar mijn kamer vertrokken om lekker te lezen.

Voor woensdag stond de Blue Lagoon trip op de planning, maar deze was pas ’s middags dus na het ontbijt ben ik lekker in de zon gaan liggen met mijn boek, die ik even na de lunch uit had.

Om half 4 Fiji time (16 uur dus) vertrokken we naar de Blue Lagoon (van de film) om daar te snorkelen. Wederom een mooi plekje, maar het rif van gisteren was mooier.

Het avondeten liet weer wat langer op zich wachten, maar was lekker en we kregen zelfs cake voor toe. Na het eten was het tijd voor wat entertainment: river&dam, wat precies hetzelfde spel was als water&sand.

Donderdag 8 juni deed ik samen met Sheena en Jenny mee aan “crafting” met Jacob, waarbij we een kokosnoot ring gingen maken. We kregen alledrie een halve uitgeholde bruine kokosnoot met een gat er in. Met schuurpapier moesten we rond het gat schuren en daarna met een ander ding het gat groter en ronder maken zodat je vinger er moeiteloos in paste. Daarna was het tijd om de ring uit te zagen, waarna je hem met schuurpapier mooi rond kon schuren. Mijn ring was alleen nogal breed en ik kreeg hem niet goed smaller, dus heeft Jacob dat voor me gedaan. Best leuk, lekker in het zonnetje een knutseluurtje.

Hierna was het wachten op de lunch en vervolgens de veerboot waarmee Sheena en ik vandaag naar Naviti Island vertrokken. We zouden hier 2 dagen bij White Sandy Beach verblijven, samen met een heleboel anderen, we pasten maar net in het bootje. Eenmaal aangekomen weer lekker geluierd, dat was immers de reden dat ik naar Fiji was gekomen.

’s Avonds na het eten zong en danste het personeel een paar liedjes, deden we met zijn allen de Bula dans en deden we een spelletje. Laat maakte ik het niet, want ik moest de volgende morgen al om 5 uur op om hopelijk te gaan snorkelen met mantaroggen.

De wekker ging dus achterlijk vroeg, maar het was voor een goed doel. Althans, dat hoopte ik, want er was al de hele week geen mantarog gezien. En helaas gold ook nu “Fiji time”, want in plaats van dat we om half 6 zouden vertrekken werd dit pas half 7. We moesten best een eind varen, maar helaas hield onze boot er mee op… Nou waren we met 2 boten, dus nadat de andere groep was afgezet kwam de werkende boot terug om ons op te halen. We kregen de mededeling dat we ons klaar moesten maken, want we hadden geluk: er was een mantarog gespot! Ik wist niet hoe gauw ik het water in moest, want ookal had ik ze al in Indonesië gezien, ik wilde dat nog wel een keer. Ik zwom snel naar de groep en al gauw kwam de manta voorbij. Tegen de sterke stroming in zwommen we achter hem aan, terwijl hij naar de oppervlakte zwom, supermooi. We zwommen een aantal keer heen en weer om hem te volgen. Veel te snel was het weer voorbij, maar we kregen de kans om nog een keer te gaan. Gek genoeg was ik samen met 2 anderen de enige die dat wilde, maar dat maakte niet uit, we kregen alsnog de kans. Hoppa, nog een keer het water in. Het was inmiddels aanzienlijk drukker wat betreft het aantal mensen maar niet minder mooi. De manta leek het allemaal wel prima te vinden en gaf nog even een showtje door een stukje op zijn rug te zwemmen en een koprol te maken, en opende zijn bek. Kortom, ik was heel blij dat ik nog een keer het water in was gegaan.

Voor de terugweg had ik alleen weer de kapotte boot, dus dat duurde een eeuwigheid. Onderweg werden we ingehaald door de boot van het buur-resort, dus konden we daarmee mee terug.

De rest van de dag heb ik lekker geluierd en nagenoten van de geslaagde ochtend. ’s Avonds was het Fiji night, waarbij we traditioneel Fiji eten kregen dat in een soort zelfgemaakte ondergrondse oven werd klaargemaakt en we op de grond met onze handen opaten. Een leuk idee, maar helaas blijkt dat ik geen fan ben van Fiji eten (veel vlees en vis wat ik niet eet, en verder cassave wortel, zeewiersmurrie en salade met aardappels die snel op waren).

Na het eten hadden we weer hetzelfde entertainment van gisteren maar ik was moe dus ging vroeg naar bed.

Zaterdagochtend moesten we om 9 uur uitchecken bij het resort, waarbij we onze bagage buiten op het daarvoor bestemde plateau legden zodat dat later naar de veerboot gebracht kon worden. Ik lag lekker in de hangmat te relaxen tot het ineens begon te druppelen en iemand van het personeel riep dat we de bagage snel naar binnen moesten brengen. In tijd van nou en niks kwam het met bakken uit de hemel, maar gelukkig waren we snel genoeg met de bagage.

Na een tijdje klaarde het op en heb ik afwisselend op het strand en in de hangmat gelegen, in afwachting van de veerboot. Even na de lunch was het boarding time en begon de tocht terug naar het zuiden, naar het eerste eiland vanaf het hoofdeiland: South Sea Island, onderdeel van de Mamanucas. Dit eiland was nog kleiner dan Beachcomber, hier kon je in 5 minuten rond het eiland lopen en we waren maar met ongeveer 15 gasten. ’s Avonds aten we weer met z’n allen, deden we de Bula dans en speelden we kaartspelletjes met een deel van de groep, waaronder Amy die ook op dit eiland was aangekomen.

Zondag deed ik samen met Amy en Sheena de Seaspray zeiltocht. Rond half 10 gingen we met de veerboot naar Mana Island waar we, samen met zo’n 20-30 anderen, op de Seaspray stapten. Het was een beetje krap maar we zaten/lagen lekker in de zon dus veel maakte het niet uit. Met de boot gingen we naar het eiland waar de film Castaway is opgenomen. Het was best een stuk varen waarbij we langs allerlei andere eilandjes kwamen, het uitzicht was schitterend. Vooral Castaway Island was mooi. De met kokosnoten geschreven woorden “Help me” lagen er nog, dus dat was een populair fotomomentje. Daarna hebben Amy en ik lekker een tijdje gesnorkeld.

Terug op de boot was het tijd voor een lekkere barbecue lunch, waarna we naar een ander eiland gingen voor een village walk. Normaal gesproken wordt hier ook een “cava drinking ceremony” gehouden en is er een markt, maar omdat het vandaag zondag was ging dit niet door. Zondag is namelijk rustdag voor de Fijianen, waarop ze drie keer naar de kerk gaan en verder de hele dag rusten en slapen. Desalniettemin was de wandeling leuk en was het goed om te zien hoe de mensen leven.

Na de wandeling gingen we met de boot terug naar Mana Island. De golven op de terugweg waren hoog en spatten op het dek en aangezien we voorin zaten raakten we compleet doorweekt.

We moesten vervolgens nog een uur met de veerboot voordat we weer bij South Sea aankwamen.

’s Avonds gezellig gegeten en gekletst, Jenny was inmiddels ook op het eiland aangekomen dus het was een kleine reünie.

Maandag 12 juni was mijn laatste dag in Fiji en op reis. Na het ontbijt heb ik mijn backpack gereorganiseerd en afscheid genomen van het een en ander dat niet meer mee naar huis hoefde. Toen dat allemaal gedaan was gauw een plekje op een zonnebed op het strand veroverd, voordat de 170 daggasten zouden komen. South Sea is namelijk, omdat het zo dicht bij het hoofdeiland ligt, een populaire plek om een (halve) dag door te brengen.

’s Morgens deed ik verder niet veel, ik wachtte op de gratis snorkeltrip maar die was uitgesteld tot in de middag omdat de zee wat ruw was vanmorgen. Voor de lunch zei ik Amy gedag, die met de vroege boot terug ging. Tijdens de lunch werden er verschillende dansen en liederen opgevoerd door het personeel, erg leuk. Daarna ging ik met de semi-submarine mee, een soort glassbottom boat alleen is niet de bodem maar de zijkant van de boot van glas en zit je als het ware onderwater. Het zicht was niet al te best, maar het kleine meisje voor me vond het maar al te prachtig en met haar reacties was de trip toch heel leuk.

Gelijk na de semi-submarine was het eindelijk tijd voor de snorkeltrip, waarbij we onder begeleiding van een gids het rif verkenden.

Inmiddels was het al 16 uur, dus terug op het eiland me klaar gemaakt voor vertrek en afscheid genomen van Jenny. Samen met Sheena vertrok ik terug naar het hoofdeiland. We hadden dezelfde bus, maar Sheena ging naar een hostel en ik gelijk door naar het vliegveld voor mijn lange reis terug naar huis.

Ik vloog eerst in bijna 11 uur naar Los Angeles, gelukkig kon ik redelijk slapen in het vliegtuig. Door het tijdverschil kwam ik weer om maandag, rond middaguur, aan in de Verenigde Staten. Ik had een paar uur overstaptijd, tegen 18 uur vertrok het vliegtuig naar Londen. Deze vlucht verliep iets minder soepel, we hadden aardig wat turbulentie net op het moment dat het eten was uitgedeeld, dus de slaolie vloog in de rondte.

Na Londen was het nog maar een korte vlucht door naar Amsterdam, waar ik dinsdagmiddag rond 17 uur aankwam en mijn reis voor nu er weer op zit.

Maar… 14 augustus vertrek ik voor 4 maanden naar Belize om te gaan werken met de zeekoeien en ik kan niet wachten!

Foto’s

2 Reacties

  1. Tineke:
    23 juni 2017
    Wat een leuke slotweken!
    Nu thuis uitrusten, maak je daar ook een verhaal van? ;-) en dan op voor je zeekoeien avonturen.
  2. Govert A.:
    23 juni 2017
    Wat een belevenissen in een periode van meer dan zes maanden. Nu even lekker thuis in Vianen. Kan je het volkslied leren.