Eerste week in Vietnam

14 januari 2017 - Dong Hoi, Vietnam

Inmiddels ben ik al weer 6 weken onderweg, waarvan ruim een week in Vietnam. Hoewel nog steeds in Azië opnieuw een totaal andere wereld. Het verschil met Myanmar (en Sri Lanka) is groot: de prijzen voor hostels zijn veel goedkoper (ik heb meerdere nachten doorgebracht voor $5, weliswaar in een 20-bed-dorm) maar voor tours veel duurder (2 daagse trekking in Myanmar voor nog geen $25, in Vietnam $75), eten is vergelijkbaar maar ook het vervoer is duurder (6 uur in de trein in Myanmar voor ong. €2, 8 uur in de trein in Vietnam voor €20). Daarbij is het land zelf totaal anders, de mensen zijn veel meer gewend aan toeristen en weten daar handig op in te spelen met hun verkoop- en onderhandelkunsten, maar ook de omgeving/natuur verschilt. En het belangrijkste verschil voor mij is toch wel het weer, het is hier namelijk de laatste paar dagen bewolkt, koud en nat… Maar dat maakt niet dat ik niets beleef, in tegendeel!

Donderdag 5 januari vertrok ik al om half 10 richting het vliegveld, waardoor ik ruim op tijd was voor mijn vlucht van half 1 naar Hanoi. Ik vloog met Emirates en het was duidelijk een tussenlanding voor de al gaande vlucht, want het vliegtuig was enorm. Voordeel hiervan was dat ik mijn eigen beeldschermpje had en tijdens de 2 uur durende vlucht lekker Ice Age heb kunnen kijken.

Eenmaal aangekomen in Hanoi moest ik mijn visa ophalen, wat best even duurde. Vervolgens per taxi naar de stad, waar ik uiteindelijk tegen 17 uur lokale tijd (een half uur later dan in Myanmar, 6 uur later dan in Nederland) bij mijn hostel aan kwam. Ik had een bed op een kamer voor 20 personen geboekt, maar gelukkig is het zo ingericht dat je nog best een beetje privacy hebt (tot ong. halverwege je borst aan beide zijden afgeschermd “hokje” met eigen lampje en stopcontact, kluisje en plek voor je backpack). Na te zijn gesetteld ben ik de stad in gegaan, op zoek naar een Lonely Planet van Vietnam of Zuidoost Azië en om de buurt te verkennen. Hanoi is een leuke grote, drukke en vooral levendige stad. Overal waar je kijkt rijden of staan scooters, er is wel een stoep maar hier kun je vrijwel niet op lopen omdat deze volstaat met scooters of verkoopwaar. Boven je hoofd hangen gigaveel kabels, lampionnen aan de gevels en veel winkels hebben één of meerdere hele kleine vogelkooitjes hangen met daarin een zangvogeltje. De stad is best groen, er staan behoorlijk wat bomen. Kenmerkend voor Old Quarter, de wijk waar ik verbleef, zijn de vele straatjes die vernoemd zijn naar wat er vroeger verkocht werd (bijv. kip-straat). Ook nu zie je dat nog een beetje terug, in sommige straten kun je bij elke winkel ongeveer hetzelfde kopen (bijv. een rol tape, in zo’n beetje elke kleur of dikte te verkrijgen). Verder is er veel eten te koop en eten de mensen ook hier veel op straat op klein meubulair.

Het Hoan Kiem Lake middenin Old Quarter wordt ’s avonds verlicht, maar ook in de stad zelf zijn heel veel lichtjes, deels nog in verband met de kerst en oud&nieuw, deels alvast voor TET, het Chinees Nieuwjaar wat binnenkort gevierd wordt. Bij een groot warenhuis was een fotoshoot voor bruidskleding gaande, wat veel bekijks trok.

Het was heerlijk om hier even rond te lopen, zo’n andere sfeer dan in Yangon. Maar ik had een doel, het vinden van een Lonely Planet. Boekenwinkels genoeg, ik ben ze zo’n beetje allemaal in geweest, maar de Lonely Planet hadden ze niet. Overigens kwma ik wel Jip&Janneke in het Vietnamees tegen…

Nadat ik de zoektocht voor vandaag had gestopt, ben ik wat gaan eten in het Vegan restaurant in de straat van het hostel en heb ik gelijk maar 2 tours geboekt: naar Sapa en naar Halong Bay. Hiermee was de eerste week Vietnam gelijk geregeld.

Vrijdag vervolgde mijn zoektocht naar een Lonely Planet zich én met succes. Weliswaar een 2e hands oudere versie, maar in vrij goede staat en een stuk goedkoper dan een nieuwe. Vervolgens weer door de straatjes van Old Quarter naar de overdekte markt en het meer gelopen. Bij een heel klein schattig winkeltje heb ik een t-shirt met, hoe kan het ook anders, konijntjes gekocht. De verkoopster vond het helemaal geweldig dat ik uit Nederland kwam en bij haar iets kocht.

’s Middags wilde ik meedoen aan de gratis wandeltour die door het hostel geregeld wordt, maar deze ging helaas niet door vandaag. Dan maar zelf nog wat gelopen en een bezoek gebracht aan de Water Puppet Show. De show was volledig in het Vietnamees, maar ik had wel een briefje waar op stond welk nummer er gedaan werd. Echt veel kon ik er niet van volgen, maar het was een hele ervaring. Er werd traditionele Vietnamese muziek gespeeld, de poppen werden van onder het podium met behulp van een soort stok bewogen en vertelde onder andere het verhaal van het Hoan Kiem Lake met het gouden zwaard dat door een schildpad van de koning werd afgepakt (dat herkende ik dan nog wel). Verder waren er dansende draken, een phoenix, vissers en vissen en zelfs wat vuur.

Eenmaal weer buiten was het druk op straat. De weg was afgezet en overal waren kinderen/jongeren op straat spelletjes aan het doen. Het Hoan Kiem Lake lag er mooi bij met de lichtjes en de spiegeling. Geslaagd tweede dagje in Hanoi!

Zaterdagochtend een rustige start. In de loop van de ochtend ben ik weer gaan wandelen, richting de brug die ook door meneer Eiffel (van de Eiffel toren) is ontworpen. Laten we het er maar op houden dat er een reden is waarom de Eiffeltoren wel beroemd is en deze brug niet…

Vervolgens ben ik naar het Ho Chi Minh Mausoleum gelopen, maar deze was dicht (niet dat ik nou per sé een gebalsemde Ho Chi Minh hoefde te zien…). Daar in de buurt is ook de One Pillar Pagoda, een pagoda gebouwd op 1 pilaar (het is maar een kleintje). Ik werd aangesproken door een man met een riksja die me wel langs allerlei musea en andere bezienswaardigheden wilde brengen. Prijs mocht ik aan het eind zelf bepalen. Eerste stop was het duizend jaar oude Museum of Literature, wat vroeger een soort universiteit is geweest. Het was meer een tempelcomplex dan een museum maar wel heel mooi. Vervolgens naar het War Museum en een klein meertje waar tijdens de oorlog een Amerikaanse bom is ingeslagen. Tegen de tijd dat we bij het Prison Museum aan kwamen had ik het wel een beetje gehad, door het lage tempo van de riksja en de vele indrukken was ik er wel klaar mee. Dit museum dus overgeslagen en weer naar mijn hostel gegaan. De riksja meneer vond uiteraard dat hij meer moest krijgen maar dan had hij vooraf maar een bedrag moeten noemen…

Om half 10 ’s avonds werd ik, samen met nog 3 meiden, opgehaald voor de Sapa tour. Met de “sleeper bus”, een bus met i.p.v. stoelen 3 rijen stapel”bedden” waar je moest liggen (gemaakt voor Aziatische mensen en niet Europeanen, dus knieën in je nek). Was nog een hele uitdaging om een enigszins comfortabele positie te vinden.

Vroeg op de zondagochtend kwamen we aan in Sapa, een klein plaatsje verder in het noorden van Vietnam. We werden per auto naar onze homestay in een kleiner dorpje verderop gebracht. Na het ontbijt gingen we met onze gids beginnen aan onze eerste trekking. We hadden geluk met het weer, het was niet alleen droog maar de zon scheen ook behoorlijk. Iedereen in Hanoi had gezegd dat het koud zou zijn in Sapa, maar het was warm! Helaas had het de dagen ervoor wel flink geregend, waardoor de paden erg modderig en daardoor zeer glibberig waren. De tocht was totaal anders dan ik had verwacht (ik had een beetje hetzelfde idee als de trekking die ik in Myanmar van Kalaw naar Inle Lake had gedaan), veel uitdagender, deels door de modder, maar het was ook veel meer klimmen. De route was heel mooi tussen en over de rijstvelden (ook al is het nu winter en is er dus geen rijst meer). Gedurende de route werden we begeleid door onze gids maar liepen er ook andere vrouwtjes mee, die vakkundig over de modderige paadjes liepen en me behoedden van (nog) een val. Ze hadden in hun rieten rugzakmand wel wat koopwaar met zich mee, dus maar een armbandje gekocht als dank voor hun hulp.

Bij een rivier hebben we gegeten, waarna we weer verder gingen. Gelukkig werd het pad wel steeds beter en was het laatste stuk zelfs gewoon een betonnen pad, dat liep een heel stuk makkelijker. Terug in het dorp kregen we nog wat uitleg over hoe de traditionele kleding wordt gemaakt (van hennep, dat eerst wordt geweven, dan wordt geverfd en vervolgens d.m.v. borduren wordt versierd) en hoe het leven is in zo’n dorp. Meisjes trouwen hier op hun 16e of 17e, waarbij de jongen degene is die mag kiezen met wie hij wil trouwen (het meisje mag wel zeggen of ze dat wil of niet, maar mag niet zelf iemand uitkiezen). Als de jongen een meisje gekozen heeft, dan blijft ze 3 dagen bij zijn familie om elkaar te leren kennen en om te kijken of ze deel uit wil maken van deze familie. Als dat het geval is, dan moet de jongen een bruidsschat betalen en kunnen ze trouwen…. Mocht het meisje willen scheiden, dan moet ze zelf deze bruidsschat terugbetalen. Als ze al kinderen hebben, dan gaan dochters met hun moeder mee en blijven zoons bij hun vader. 

Uiteindelijk hebben we zo’n 7 uur gelopen, dus toen we weer bij de homestay aankwamen was iedereen moe dus zijn we vroeg naar bed gegaan (een heerlijk zacht bed met een enorm dik, zacht dekbed waar je heerlijk warm onder lag – ’s avonds was het namelijk wel behoorlijk koud).

Maandagochtend wilde eigenlijk niemand zijn fijne bedje verlaten, maar om half 10 zouden we weer gaan lopen. Vandaag wel regenlaarzen gehuurd, want het was nog een aardige klus om mijn schoenen weer vrij te krijgen van al die modder van gisteren. Vandaag hadden we een kortere trekking, maar ongeveer 3 uurtjes. De paden waren duidelijk beter dan een dag eerder, maar op de stukken die beschut waren van de zon was het opnieuw glibberig. Gelukkig had ik mijn bamboe-wandelstok van de vorige dag weer mee en waren er ook hier weer vrouwtjes die kwamen helpen (en hun spullen verkopen). Via een mooie route door de bergen kwamen we aan bij de basisschool waar we even een kijkje namen. Daarna liepen we via de gewone weg terug naar het dorp, waarbij we onderweg nog sugar cane hebben geproefd. Je bijt een stuk van zo’n suikerrietstok af, kauwt hier op en slikt het sap dat vrij komt door en het pulp spuug je uit. Als je er niet te veel van neemt is het best lekker, maar alles wordt wel een grote plakbende.

Terug in de homestay hebben we nog even gegeten en daarna gewacht tot we weer terug naar Sapa gebracht werden, waar we de middagbus terug naar Hanoi namen. Helaas hadden we opnieuw een sleeper-bus, maar nu lag ik helemaal achterin, waardoor ik in ieder geval mijn benen kon strekken en iets comfortabeler lag. Rond half 10 waren we weer in het hostel in Hanoi, waar ik op tijd ging slapen want de volgende ochtend ging ik alweer weg, naar Halong Bay.

Dinsdagochtend werd ik na het ontbijt opgehaald voor de tour naar Halong Bay. De tour was een samenwerking van een aantal bedrijven, waaronder Friends Travel Vietnam, wat van een Nederlander is. Dit betekende dat er behoorlijk veel Nederlanders mee gingen. We zijn toch wel een reislustig volkje zo blijkt keer op keer.

Nadat we iedereen hadden opgepikt begonnen we aan de 3 uur durende reis naar de haven, waar we eerst met een klein bootje naar de grotere boot werden gebracht. Midden op het water moesten we dus, met al onze spullen, van boot wisselen. Gelukkig niets of niemand over boord gevallen.

Eenmaal op deze boot deden we eerst een kort voorstelrondje, waarna we lekker ons eigen ding mochten doen. In ongeveer 6 uur zouden we door Halong Bay varen, met de ruim 1000 eilanden (karstbergen in het water). Heel mooi, alleen jammer dat het zo bewolkt en koud was.

Halverwege de trip gingen we in tweetallen een uurtje kayakken op zee, tussen de bergen door. Heel mooi om zo de omgeving te verkennen, op het water (wat vrij rustig was), enorme bergen om ons heen en roofvogels die boven ons vlogen.

Daarna voeren we een stukje verder, tot het tijd was om te zwemmen. Ondanks de kou toch het water in geweest, want ja, de kans om te zwemmen in Halong Bay wil je ook niet aan je voorbij laten gaan.

Het laatste stukje varen was meer op open zee, wat goed te merken was aan de golven. Gelukkig was het niet ver meer naar Cat Ong Island, het privé eiland waar we de komende dagen zouden verblijven. We moesten weer overstappen op een kleiner bootje dat ons naar de kade kon brengen.

We werden verdeeld over de bungalows op het eiland. Het is ooit een 5-sterren accommodatie geweest, maar is al meerdere keren door storm vernield. Nog steeds mooi, maar inderdaad wel te zien dat het nooit meer helemaal hersteld is.

’s Avonds aten we met zijn allen en zaten we nog even rond het kampvuur (wat gewoon binnen in een vuurkorf was, het gebouw was toch zo goed als open) en werden er spelletjes gespeeld, getafelvoetbald en gepooled. Daarna lekker vroeg naar bed gegaan, want zo’n dag op het water was best vermoeiend.

Woensdag was het weer helaas niet beter, nog steeds koud, bewolkt en winderig. Na het ontbijt sprak ik even met de Nederlandse Lieke, die een dag eerder al op het eiland was aangekomen en vandaag weer terug naar Hanoi zou gaan. Zij zou ongeveer dezelfde route door Vietnam gaan doen, alleen een dag op mij voorlopen, dus wisselden we nummers uit om te kijken of we elkaar later nog ergens konden ontmoeten en misschien een stukje samen te reizen.

Daarna was het tijd voor de trekking naar het viewpoint. Het zou ongeveer een uur duren om er te komen, maar dat bleek een half uur te zijn. Wel was het een uitdagend tochtje, niet zo zeer zwaar maar eerder gevaarlijk. Er was namelijk geen pad, maar je moest over de scherpe stenen klauteren (en dus voorkomen dat je zou vallen, want dan zou je helemaal open liggen en op de een of andere manier proberen om weer naar beneden te komen). Gelukkig heelhuids boven gekomen, waar je inderdaad mooi uit kon kijken, als het weer wat beter was. Nu was het vooral grauw (maar nog steeds wel mooi). Daarna via dezelfde weg naar beneden, wat nog een stukje lastiger was, maar ook dit er zonder kleerscheuren vanaf gebracht.

Om half 12 gingen we al lunchen, want een deel van de groep vertrok vandaag weer richting Hanoi. Degene die bleven (we waren met 6) had vrije tijd tot half 4. Het was koud, dus samen met een Duits meisje heb ik onder de dekens een filmpje gekeken op de telefoon van een ander Nederlands meisje.

Om half 4 gingen we de wandeling naar Sunset Beach doen. Opnieuw een uitdaging, dit keer niet door de stenen maar doordat het wederom glad was. Eenmaal aangekomen op het strand kwam de gids tot inzicht dat het te bewolkt was om de zonsondergang te zien (we hadden al 2 dagen geen zon of blauwe lucht gezien, maar dat had hem blijkbaar nog niet eerder op deze gedachten gebracht). Met een bootje gingen we dus weer terug naar de accommodatie, waar we tot 19 uur moesten wachten op het eten (wie de tijdstippen van het eten bedenkt weet ik niet…). Met z’n zessen hebben we Uno gespeeld tot het tijd was om te eten. Daarna nog met z’n allen gezeten voordat iedereen weer zijn eigen ding ging doen.

Donderdag was het weer helaas nog slechter, het regende inmiddels en het was nog kouder. Om half 10 vertrokken we met de boot naar het tegenoverliggende eiland Cat Ba. Het was eigenlijk de bedoeling dat we opnieuw een trekking zouden doen, maar niemand voelde daar wat voor met dit weer (er was toch weinig uitzicht) en bovendien zou het ook niet makkelijk zijn door de regen en daardoor gladheid. In plaats van de trekking kregen we dus een ander programma, we gingen naar een Military Cave Hospital. Dit was een ziekenhuis in een grot (zoals de naam al zegt) dat in de Vietnam oorlog is gebruikt. We kregen een rondleiding door de grote grot, die zowel diep als hoog (3 verdiepingen) was. Een behoorlijk gangenstelsel met heel veel kamers die verschillende functies hadden (keuken, eetkamer, patiëntenkamer, badkamer, kamer voor de dokter, vergaderkamer, zelfs een ruimte die gebruikt werd als cinema). Er stond verder niks meer in de kamers maar het was wel interessant om te zien (en droog, wat ook heel fijn was).

Na de grot gingen we nog naar een “dierentuin”, met het formaat van een kleine kinderboerderij waar dieren gehouden die ook in het wild in Vietnam voorkomen: herten, stekelvarkens, krokodillen, 2 hele zielige aapjes (vreselijke huisvesting: klein, alleen maar tralies, een stok om op te zitten en verder geen enkele vorm van verrijking) en een stel varkens.

Na de dierentuin gingen we lunchen en werden we aangevuld met een andere groep die ook weer terug naar Hanoi ging. Met de boot nu rechtstreeks naar de haven op het vasteland, waarna we nog 3 uur moesten rijden naar Hanoi.

In Hanoi verbleef ik nog 1 kort nachtje, vrijdagochtend ging ik met de bus naar Ninh Binh. Ik had de bus in het hostel geregeld, het bleek een tourbusje te zijn die een tour ging doen in Ninh Binh en Tam Coc. Omdat ik de volgende ochtend al met Lieke met de trein door zou reizen, besloot ik me verder aan te sluiten bij de tour zodat ik gelijk de omgeving zou zien. De eerste stop was bij de tempel van Hoalu, waar een van de vroegere koningen begraven ligt. Tempels hier hebben 3 poorten, pas na de 3e poort kom je in het “goddellijke” gedeelte aan (waar je vroeger niet mocht komen). De drempels zijn hoog om de geesten buiten de deur te houden. De tempels doen wat Chinees aan en overal wordt feng shue toegepast, met yin en yang en andere tegenovergestelden. Verder zie je de 4 belangrijkste dieren terug in standbeelden en andere decoraties: dragon, phoenix, unicorn (wat meer op een katachtige lijkt dan op een paard) en turtle.

De tempel was mooi, maar er was ook een excursie vanuit school gaande waardoor het er enorm druk was en wij als groep toeristen ook een attractie waren.

Na de tempel gingen we eerst even eten en daarna in groepjes van 2 of 3 met een roeibootje over de rivier om de “fake Halong Bay” te aanschouwen. Dit zijn opnieuw karstbergen maar op land in plaats van op het water, zomers omgeven door rijstvelden die in bloei staan. Alleen ’s winters is er geen rijst, dus het beeld wat ik had van de plaatjes op internet klopte niet helemaal. Het was nog steeds heel mooi en het zonnetje brak zelfs nog even door.

Ik zat met een Koreaanse man in het bootje en we werden door een Vietnamees mannetje rondgevaren. Roeien gebeurt hier bijna niet met de hand, maar met de voeten, een kunst op zich. Er zijn 2 technieken: tegelijkertijd met beide benen (beetje kikker-idee) of iets wat meer op fietsen lijkt, namelijk om en om. De bootjes zijn ouderwets en de omgeving is haast prehistorisch, maar het geheel heeft ook een commercieel tintje gekregen: er varen bootjes waar fotografen op zitten rond, die foto’s van je maken die je kunt kopen. Ook varen er snack-bootjes, waar je iets te eten en drinken kunt kopen. De Koreaanse man kocht de foto’s en gaf een paar kopietjes aan mij, lief.

Na de boottocht was de tour nog niet voorbij, we gingen nog een stukje fietsen. Een leuke manier om de dag mee af te sluiten.

Ik werd met de tourbus bij een kruispunt afgezet, vanaf waar ik met de taxi naar mijn verblijfplaats ging. Het lag behoorlijk afgelegen, maar wel tussen de bergen en rijstvelden, had een warme douche en goede wifi, zodat ik even met mijn jarige moeder kon FaceTimen.

Helaas was mijn bed wel zo hard als een plank, wat minder comfortabel was…

Echt lekker heb ik dus niet geslapen vannacht en ik moest ook opnieuw vroeg op want om half 8 kwam er al weer een taxi om me naar het treinstation te brengen. Hier ontmoette ik Lieke weer, samen maakten we de treinreis naar Dong Hoi. De reis duurde 8 uur en was een beleving op zich. We hadden een 4-persoons-slaapcoupe die we het eerste uur voor onszelf hadden. Daarna kwamen er een Vietnamese oma en kleindochter bij, oma was geloof ik niet zo blij met ons en onze spullen, ze had zelf ook een hele huisraad bij zich. Wij waren weer iets minder blij met al het eten (en vooral de etensgeuren) dat ze bij zich had en het gesnurk toen ze eenmaal even sliep.

Zelf eten meenemen was trouwens wel slim van d’r, want het eten in de trein was ook een avontuur. Eerst moesten we onze weg vanaf coupe nummer 10 naar nummer 1 zien te maken en daarna proberen duidelijk te maken dat we graag een vegetarische maaltijd wilden. “No meat” resulteerde in een bord kippenpoten, maar uiteindelijk kregen we toch een bord witte rijst met groenten, met twijfelachtige kleinere bordjes en een hele bak met eetstokjes of lepels die al ik-weet-niet-hoe-vaak gebruikt zijn… maar niet te veel over nadenken.

Uiteindelijk kwamen we na ruim 8 uur in de trein aan in Dong Hoi. Hier gelijk de taxi in richting ons fijne hotel met uitzicht op de rivier. Gelijk een hele zak met was afgegeven, want dat was hard nodig na al die tripjes en modder. Daarna op zoek naar iets om te eten, we kwamen uit bij een heel schattig café, Treehugger, waar we heerlijk pizza hebben gegeten en lekker wat hebben gedronken.

Nu even flink uitbuiken en lekker relaxen op onze kamer. Morgenochtend gaan we op tour naar het Phong Nha-Ke Bang nationale park, waar we 2 grotten gaan bezoeken. Zin in!

Foto’s

5 Reacties

  1. Tineke:
    14 januari 2017
    Hey meissie, wat een heerlijk verhaal weer, en ondanks de regen toch genoeg gezelligheid en weer veel avonturen ;-).
    Dat FaceTimen gisteren was ook fijn, de andere keren ook hoor, maar het is toch wel speciaal als je kadootje voor je neus wordt uitgepakt en getoond..ik verheug me er nu al op om het in het echt te zien..
    Geniet van je tour morgen..en van de rest, tot het volgende reisverhaal of het rondje FaceTimen..
  2. Govert A.:
    14 januari 2017
    Wat een ervaringen in dat verre Vietnam.
    Veel plezier nog.
  3. Shae:
    14 januari 2017
    Wat een leuk verhaal weer Karolien! Super leuk om te lezen wat je allemaal meemaakt!
    Veel plezier verder in Vietnam :)
  4. Ineke:
    15 januari 2017
    Genoten van je verslag. Wat een geweldige avonturen beleef je. Ik kijk uit naar je volgende verslag. Dikke kus, Ineke
  5. Oma:
    22 januari 2017
    Ik geniet van je verhalen.
    Dikke kus
    Oma