Selamat Datang in Maleisië

5 februari 2017 - Kota Kinabalu, Maleisië

 Inmiddels ben ik alweer 9 weken onderweg en is het alweer meer dan een week geleden dat ik voor het laatst een verhaal heb geschreven en was toen nog in Vietnam. Inmiddels ben ik al een week in Maleisië, heb ik weer veel beleefd, behoorlijk wat gevlogen en zijn dromen uitgekomen.

Eerst nog even terug naar Vietnam, waar ik bij Ho Chi Minh City was gebleven. Dinsdag 24 januari hadden we weer een vrij lange busrit (niks in vergelijking met die naar Mui Ne, maar toch) naar Saigon. Daar kwamen we aan het eind van de middag aan en het was druk! Het duurde dan ook nog best even voordat we met de taxi bij onze bestemming waren: het Silverland hotel. Een luxehotel (compleet met rooftop jacuzzi) dat Lieke al geboekt had om haar vakantie in stijl mee af te sluiten en waar ik geen nee tegen kon zeggen. ’s Avonds hebben we sushi gegeten bij een restaurantje op de hoek, waar we op een kussen op de grond zaten. In het begin heel leuk, maar toch niet echt geschikt voor een langere periode want het zat en at toch wat ongemakkelijk.

Woensdag begon onze dag met een uitgebreid ontbijtje, waarna we de stad in zijn gegaan. Via de “Notre Dame” en het postkantoor (waar ik even ging informeren over het naar huis sturen van een pakket, aangezien ik al aardig wat souvenirs had verzameld) zijn we naar het indrukwekkende War Remnant Museum gegaan. Dit museum vertelt het verhaal van de Vietnamoorlog en de gevolgen daarvan op de mensen die deze oorlog hebben meegemaakt en hun kinderen, want bijv. Agent Orange heeft nog effect op de generaties die volgden. Ook de gruwelijkheden die tijdens de oorlog plaatsvonden werden getoond, zoals martelwerktuigen en “tiger cages”: kleine kooien van prikkeldraad waar ze met meerdere mensen in opgevouwen zaten.

We moesten even bijkomen van deze beelden én van de hitte, dus hebben we lekker van de airco van de Starbucks genoten. Toen we weer wat waren afgekoeld zijn we naar de overdekte Ben Than Market gelopen, waar ik een kleine versie van het iconische Vietnamese hoedje heb gekocht.

De rest van de middag hebben we gerelaxt in het hotel en op de rooftop, ’s avonds zijn we alleen even weggeweest om wat te gaan eten, waarna we de jacuzzi en de sauna hebben uitgeprobeerd. Heerlijk!

Donderdag 26 januari was onze laatste dag samen. Na het ontbijt ben ik even alleen op pad gegaan met 3 kilo aan spullen die ik naar huis heb gestuurd, hopelijk komt het over 3 maanden (na een reis over zee, het is in ieder geval waterdicht verpakt met een halve rol aan tape) thuis aan. Daarna heb ik nog wat in de stad rondgelopen op zoek naar een nieuwe Lonely Planet voor mijn volgende bestemming: Maleisië (en daarna Indonesië). Ik heb veel boeken gevonden, maar niet datgene wat ik zocht.

Terug in het hotel hebben we lekker niks gedaan op het dak en in de kamer. ’s Avonds simpel gegeten bij de Mac als afsluiter van de vakantie.

Vrijdagochtend vertrok Lieke al vroeg richting vliegveld om weer naar huis te gaan. Ik had iets meer tijd, dus kon nog lekker even blijven liggen. Na het ontbijt (wel weer saai in m’n eentje) mijn laatste spulletjes ingepakt en toen de taxi richting het vliegveld genomen. Ik was ruim op tijd, het loket om in te checken was nog geeneens open. Nadat deze geopend was (compleet met buiging) kon ik inchecken en heb ik wat over het vliegveld gestruind tot mijn vlucht naar Kuala Lumpur ging.

De vlucht verliep vlot maar vanwege het Chinese Nieuwjaar was het ontzettend druk op het vliegveld van Kuala Lumpur, waardoor er een enorme rij stond bij de douane.

Met de bus en de metro heb ik vervolgens mijn hostel bereikt, wat wat verder van het centrum lag dan ik had verwacht, maar er is een prima verbinding met de metro (die ook hartstikke goedkoop is). Heerlijk om in een wat Westerser land te zijn, ik had de eerste H&M al gespot! Om het Westerse gevoel nog even door te zetten ben ik wat gaan eten bij de Pizza Hut. Het was oud&nieuw, maar ik was zo moe dat ik gewoon naar het hostel ben gegaan en op tijd ben gaan slapen.

Zaterdagochtend ben ik richting KLCC gegaan: Kuala Lumpur City Center met de Petronas Towers. Dit is ook gelijk een enorm winkelcentrum en park, dus hier kon ik wel even wat tijd doorbrengen. Ook behoorlijk wat foto’s van de torens vanuit zo’n beetje elke hoek genomen. Bij de vooringang werd ik nog iets te vriendelijk welkom geheten in Maleisië door een oudere man die mijn gezicht vastpakte en me op m’n wang zoende (had van mij niet per sé gehoeven).

Na een korte shopsessie bij de H&M naar de KL Tower (dat is weer een andere uitkijktoren dan de Petronas Towers) gelopen. Ik kon het minder makkelijk vinden dan ik had verwacht, leek er meer omheen te lopen dan er daadwerkelijk dichterbij te komen. Mijn idee was om de natuurwandeling naar de toren (de toren is omgeven door een soort klein bos) te doen, maar ik kwam uit bij de gewone route. Ik was niet van plan om deze toren op te gaan, want ik had al een kaartje voor de Petronas Towers gekocht. Uiteindelijk dus een beetje voor Jan Doedel in de hitte rondgelopen. Ik wilde hier de metro naar China Town pakken, maar ook het station kon ik niet vinden. Ik was inmiddels al dichter bij China Town dan bij het station, dus ben ik maar doorgelopen. Helaas was ik net te laat voor de Lion Dances in China Town, maar heb ik wel even rondgekeken op de markt. Het was onwijs druk vanwege het nieuwe jaar, waarbij iedereen blijkbaar de straat op gaat.

Met de metro ben ik teruggegaan naar KLCC, waar ook een Acrobatic Lion Dance zou komen. Ik was ruim op tijd maar had inmiddels al bijna 18 km gelopen dus ben ik gewoon buiten gaan zitten en heb gewacht tot de show begon. Ik raakte nog in gesprek met een Palestijn die tijdelijk in Maleisië woont (althans, hij voerde het gesprek, ik had even wat minder behoefte maar hij begreep de hint niet helemaal…).

De show was indrukwekkend, er waren 2 “leeuwen”, oftewel 2 mannen per kostuum, die stunts deden op kleine soort traptreden, begeleid door tromgeroffel. De pakken alleen al waren mooi om te zien, de ogen konden knipperen en gezichtsuitdrukkingen werden nagedaan. De mannen stonden op elkaars schouders, lieten zich weer vallen zodat de leeuw weer op 4 poten stond en deden levensechte bewegingen na. Heel bijzonder om te zien!

Hoewel ik er al een aardige dag op had zitten, wilde ik de Petronas Towers ook graag in het donker zien, omdat ze dan mooi verlicht worden. Dat betekende dat ik nog 2 uur bij KLCC door moest brengen. Ik heb het hele winkelcentrum afgelopen, heb wat gegeten en ben toen weer buiten gaan zitten om mensen te kijken (er waren er genoeg). Na de fotosessie in het donker ben ik eindelijk richting hostel gegaan, waar ik op bed ben neergeploft en hier pas de volgende ochtend weer vanaf ben gekomen.

Zondagochtend deed ik het rustig aan. Pas tegen 12 uur heb ik de metro gepakt richting centrum, om daar met een andere metro naar de Batu Caves te gaan, even buiten de stad. Bij de Caves was het wederom heel erg druk vanwege de feestdagen. Het beklimmen van de trap naar de ingang van de grot was een slalom rond de selfie-makende mensen en heen en weer rennende apen op zoek naar eten. De grot was groot met een complete tempel binnen, maar omdat het zo massaal was verloor het wat van zijn charme (de tempelgrot bij de Marble Mountains in Vietnam vond ik veel mooier). Na een paar minuten had ik het dan ook wel weer gezien en slalomde ik weer de trap af. Op het plein nog deelgenomen aan meerdere selfies, want ook hier willen ze graag met een blonde blanke meid op de foto.

Daarna nog naar een andere grot gegaan op het terrein, met veel kleurrijke beelden en lichtjes, wat het geheel een beetje een Efteling gevoel gaf.

Met een overvolle metro weer terug naar het centrum gegaan, waar ik na enige twijfel toch besloot nog naar de moskee te gaan. Helaas bleek deze “under construction” dus was er niet veel te zien. Ik ging door naar het Islamic Art Museum, wat heel mooi moet zijn maar wat ik niet kon vinden op de plek die mij was aangewezen. Ik had de puf niet om verder te zoeken en het was ook al bijna sluitingstijd, dus ben ik maar terug naar het hostel gegaan.

Maandagochtend moest ik op tijd op, want ik had een kaartje voor de Petronas Towers en zou daarna gelijk doorgaan richting busstation om naar de Cameron Highlands te gaan. Bepakt en bezakt dus richting de torens, waar ik gelukkig mijn spullen kon opslaan. Het bezoek was strak geregeld, elke 15 minuten ging er een nieuwe groep op pad, elk met een eigen kleur badge. Er waren 2 verdiepingen om te bekijken: de skybridge die de 2 torens met elkaar verbindt en de 86e verdieping van toren 2. Eerst dus naar de skybridge, we gingen met de groep met de lift en kregen een korte uitleg over de brug en de architectuur. Vervolgens kregen we 10 minuten de tijd om rond te kijken en de nodige foto’s te maken, tot onze kleur werd opgeroepen om terug te keren naar de lift naar de 86e verdieping. Boven kregen we 20 minuten de tijd om te kijken, wat eigenlijk meer dan genoeg was. Heel mooi om deze bijzondere torens vanbinnen te bekijken en ook het uitzicht over de stad en de omgeving was grandioos.

Via het welbekende bezoekje aan de souvenirwinkel konden we weer naar buiten. Met de taxi ben ik vervolgens naar het enorme busstation gegaan. Het deed me denken aan de bushalte in Myanmar, wat totaal niet als een busstation aanvoelde. Het busstation van Kuala Lumpur is echt “next level”, het is haast een vliegveld met meerdere gates en boarding passes. Ook hier krioelde het weer van de mensen die allemaal op pad gingen.

In ongeveer 4.5 uur reden we naar de Cameron Highlands, waarvan de laatste 2 uur weer een beproeving voor mijn maag waren door de bochtige weg. Wel weer een mooie route door de bergen.

Na lekker Indiaas te hebben gegeten heb ik in het hostel het een en ander geregeld voor de komende dagen: tour voor morgen en bus, vlucht en hostel voor overmorgen.

Dinsdagochtend werd ik om 8.45 uur met een Landrover opgehaald voor de tour. Eerst nog de rest van de groep (een stel luide Maleisiërs) opgehaald en toen richting het bos gereden. Het was een aardig stuk rijden en het was behoorlijk bewolkt en regenachtig, niet de beste voorspelling voor een tour. Gelukkig klaarde het onderweg wat op, maar het laatste stuk naar het begin van het bos was een behoorlijk blubberig pad. Dat bleek een voorbode voor het pad wat we gingen bewandelen, één grote glibberige blubberzooi. Het was ongeveer 3 kilometer glibberen en klauteren door de jungle om bij een bloeiende Rafflesia bloem uit te komen. De Rafflesia is ’s werelds grootste bloem en is maar een week in bloei. We hadden geluk, er was er eentje gevonden die vandaag voor de eerste dag in bloei was, dus de kleuren waren nog heel mooi (tegen het einde van de week wordt de bloem steeds donkerder van kleur en uiteindelijk helemaal zwart voordat hij doodgaat). In de rij voor een foto en daarna dezelfde weg weer terug geglibberd.

Terug bij de jeep scheen de zon inmiddels volop en reden we weer een stukje naar een dorpje waar we een korte demonstratie kregen van het jagen met een blaaspijp. Deze techniek wordt nog steeds wel gebruikt: het pijltje wordt gedrenkt in gif uit de jungle wat de dieren verlamd waarna ze gedood kunnen worden. Het is een flink lange pijp en je moet op een afstand van ongeveer 5-10 meter van het dier komen wil je hem kunnen raken. “No animals were harmed during this tour”, gelukkig was de demonstratie gewoon op een opgehangen tekening van een Rafflesia bloem en mochten wij het ook een keer proberen. Eerste keer was mis, maar de tweede keer in de roos.

Na de lunch gingen we richting de theeplantage en bijbehorende fabriek. Helaas kwam de regen inmiddels met bakken uit de hemel, dus echt rondlopen bij de theeplantage was geen optie. Het was wel een hele mooie theeplantage met een mooie fabriek en uitleg over het proces. Nog even een kopje theegedronken en toen door naar Gunung Brinchang, het hoogste punt van Cameron Highlands en daarna naar het Mossy Forest. Dit is een duizenden jaren oud bos, hoog in de bergen waardoor de bomen niet heel groot zijn (gebrek aan zuurstof) maar alles volledig begroeid is met mos. Door de mist en regen kreeg het een mysterieus tintje, heel mooi.

Als laatste stop nog even een kijkje bij een aardbeienfarm. In de Cameron Highlands wordt enorm veel groente en fruit verbouwd, overal staan plastic kassen vol.

’s Avonds lekker rustig avondje, tas weer ingepakt want de volgende dag ging ik weer door.

Woensdag was een reisdag: eerst in 3.5 uur met de bus terug van de Cameron Highlands naar Kuala Lumpur, waar ik met de airport bus naar het vliegveld ben gegaan. De hele reis naar het vliegveld verliep vlotter dan verwacht, dus ik had behoorlijk wat tijd te doden voor mijn vlucht naar Kuching, Borneo, ging. Gelukkig was de wifi goed, dus ben ik ergens gaan zitten en heb mezelf prima kunnen vermaken.

Tegen 20 uur kwam ik aan op Borneo, waar ik met de taxi naar mijn hostel ging. Hier moest ik even buiten wachten, want de deur was op slot en er was niemand. Er hing wel een nummer om te appen, maar aangezien ik geen code van de wifi had ging dat feest niet door. Gelukkig kwamen er wat andere gasten uit het hostel aangelopen die me binnen konden laten en kon ik laten weten dat ik er was. De hostelmedewerkster was even wat eten en zou later terugkomen, dus heb ik mijn spullen achtergelaten en ben ik ook eerst wat gaan eten. Toen ik klaar was was ze er wel en kon in inchecken, douchen en slapen, want ik was aardig moe van deze reis.

Donderdag was mijn eerste echte dag op Borneo. Ik wilde ’s middags naar het Orang Oetan sanctuary in Semenggoh Nature Reserve, want de orang oetans waren de hele reden dat ik naar Borneo/Maleisië ben gekomen. In de ochtend ben ik even naar het plaatsje gelopen, waar ik verschillende kattenstandbeelden heb bekeken, Kuching betekent namelijk “kat” in het Maleis dus overal zie je katten terug (hoewel er veel meer honden rondlopen dan katten).

Terug in het hostel was er een andere medewerker die vertelde dat de lokale bus naar het reservaat niet zou rijden in verband met de feestdagen, dus dat ik beter met de shuttle kon gaan. Ik stond net op het punt te betalen, toen een Engels koppel (dat me de avond ervoor het hostel binnen had gelaten) aan kwam lopen. Zij gingen ook naar het reservaat en waren een paar dagen eerder al met de lokale bus geweest, die gewoon reed… Vreemd verhaal dus van die man. Ik besloot met het Engelse stel mee te lopen naar de bus, als deze echt niet zou gaan konden we mooi samen een taxi nemen en de kosten delen. Gelukkig ging de bus wel gewoon en konden we voor minder dan een euro naar het reservaat. Bij dit reservaat leven gerehabiliteerde orang oetans. Ze zijn dus semi-wild, kunnen gaan en staan waar ze willen maar er wordt wel 2 keer per dag eten neergelegd bij een voederplaats om ze te ondersteunen. De voedertijd was om 15 uur, dus we moesten even wachten. Kort even gekeken bij het centrum, waar ze ook enkele krokodillen hadden. Het is “wet season” dus ineens brak het los, gelukkig stond ik onder een afdak. Helaas houden orang oetans ook niet van regen, dus het was niet zeker of ze wel zouden komen. Daarbij houden ze ook niet van schreeuwende kinderen en die waren er genoeg…

Ik was al aan het bedenken hoe ik de komende dagen in moest plannen als ik hier weer terug naar toe wilde als ik nu geen orang oetans zou zien, maar geluk kregen we rond 15.15 uur het bericht dat er een orang oetan vrouwtje gespot en werd het pad naar de voederplaats geopend. Ik was er als de kippen bij en was als eerste bij de voederplaats, ruim voor de kinderen aan kwamen (ik dacht, als ze dan weggaat heb ik haar in ieder geval gezien). En ja hoor, daar hing ze, aan de touwen die naar de voederplaats leidden. En ze was niet alleen, ze had een baby van ongeveer 3-4 maanden bij zich! Wauw wat een mooi moment! En de bomen begonnen te ritselen: er kwam nog een vrouwtje met een kleintje van 3-4 jaar aan! Iedereen was er stil van (behalve een klein kind, die samen met zijn moeder verzocht werden om te gaan, aangezien ze het anders voor de rest zouden verpesten).

Na ongeveer een kwartier begonnen de bomen weer te ritselen en verplaatsten de moeders zich ineens hogerop. Wat bleek, er kwam een jonge man van een jaar of 14 aan (ik heb wat informatie gevraagd aan de parkranger). Uiteindelijk dus 5 orang oetans gezien.

Hoewel de voedertjid tot 16 uur duurde, moesten we 20 minuten voor het einde al weer weg, omdat de laatste bus naar de stad ook om 16 uur gaat. De lucht was al weer aardig betrokken en we hadden tevergeefs gehoopt dat het pas los zou breken als we in de bus zaten, maar het begon onderweg al. Een bui die niet meer stopte tot laat in de avond en die ons compleet doorweekte, alles was zeiknat. Mijn regenjas blijkt toch niet zo waterproof meer…

Druipend van de regen kwam ik weer aan in het hostel, waar gelukkig mijn was wel weer klaar was (ik had ’s morgens werkelijk alles afgegeven dus was even bang dat ik mijn natte kleren nog langer aan moest houden) en ik dus iets droogs aan kon trekken. Daarna heb ik even mijn plannen voor de komende dagen gemaakt en ben ik met het meisje van het hostel wat gaan eten in een Chinees vegetarisch restaurant. Terug in het hostel nog even beneden gezeten in het gemeenschappelijke deel, waar we wat kletsen met een Duitse meid en haar Maleisische moeder die een stukje met haar dochter mee reisde.

Vrijdag stond ik weer vroeg op om om 7 uur de bus naar Bako National Park te pakken, een park ongeveer 45 minuten met de bus en 30 minuten met de boot verwijderd van Kuching. Ik heb heel erg getwijfeld of ik een nacht zou blijven slapen in het park, maar uiteindelijk besloten dit niet te doen aangezien er nog zoveel meer te zien en doen is en ik over een maand in Bali moet zijn voor mijn vlucht naar Australië.

Ik kwam even voor achten aan bij de boot, maar moest daar wachten tot er genoeg mensen waren om met de boot naar het park te gaan. Achteraf had ik dus makkelijk de bus van 8 uur kunnen nemen, beetje jammer.

Aangekomen in het park moest ik me eerst registreren en opgeven welke route ik zou gaan lopen. Dat was wel een fijn idee, aangezien ik een route deed waar ik op de heenweg in ieder geval helemaal alleen was. Ik deed 2 routes: de witte route die de meeste kans zou geven op het zien van neusapen en de gele route die naar de “rockstack” zou leiden. Nog voor de wandeling echt begon zag ik bij de accommodaties van het park al een bearded pig (een zwijn met baard, die maar op 3 plekken ter wereld voorkomt) rondstruinen.

Ik begon met de witte route, die 1 uur heen en 1 uur terug zou duren. Ik had aardig de pas erin, want de andere route zou in totaal zo’n 3 uur duren en de laatste boot terugging om 15 uur (het was inmiddels kwart voor 10, dus dat zou allemaal maar net passen). Het was ook hier weer behoorlijk klauteren, alleen het eerste stuk en enkele lastigere stukjes hadden een boardwalk, verder was het voornamelijk boomwortels, keien en nat zand waar je over liep. Ik zag wel een aap, maar die had niet echt een bijzondere neus voor zover ik kon zien… Ik was al na een minuut of 40 bij het eindpunt van de route, wel al behoorlijk nat van het zweet want het was heel warm en vochtig… Op de terugweg zag ik een groepje mensen met gids staan turen naar de bomen, dus dat zag er veelbelovend uit. En jawel, er zat een neusaap! Helaas zat ze wel net zo dat haar gezicht steeds deels verscholen ging achter wat bladeren (tja, het blijft een jungle) waardoor het niet helemaal lukte om een mooie profielfoto te maken. Maar ach, ik was allang blij dat ik er een gezien had. Uiteindelijk had ik de hele route in ongeveer 5 kwartier gedaan, dus had ik een korte pauze voor ik aan de gele route begon. Ook dit was weer behoorlijk klauteren over de wortels, maar er was ook een groot stuk over een boardwalk, wat een stuk makkelijker liep. Wel vol in de zon, dus het zweten werd er niet minder op, heerlijk…

Ik had verwacht dat ik deze route ook wel sneller af zou leggen, maar dat viel toch een beetje tegen. Ik denk dat de routeschattingen niet helemaal kloppen. Uiteindelijk kwam ik ook bij een splitsing van de route uit en zag ik bij beide kanten gele vlekken op de bomen. Voor het linker pad gekozen, maar die bleek uiteindelijk niet bij de rockstack uit te komen. Wel bij een mooi verlaten strand, dus het was niet zo erg, maar ik had helaas geen tijd meer om ook nog het rechter pad te doen. Ik moest inmiddels toch ook wel een beetje doorlopen om op tijd weer bij het begin aan te komen om de boot te halen, je moest namelijk een half uur van tevoren aangeven dat je met de boot wilde. Ik kwam om 14.15 uur aan bij het begin, waar ik nog meerdere langurs (slankapen) in de bomen zag en enkele makaken die rond de accommodaties rondhingen. Na wat te hebben gedronken nog even bij de apen en op het strand gekeken, waar de bearded pig ook nog rondliep. Toen terug met de boot en bus naar het hostel. Hier ben ik op bed geploft en heb ik het even rustig aan gedaan, waarna ik ben gaan douchen en wat heb gegeten. Ik had de dag ervoor van het Engelse koppel een tip gekregen over waar ze hele lekkere taartjes hadden, ik vond dat ik dat wel verdiende na deze inspannende dag. Ik koos voor de salted caramel cheesecake, hun bestseller. Goed te begrijpen waarom, want hij was heerlijk. Het was alleen een stuk voor minimaal 2 personen, die ik met geen mogelijkheid op kreeg…

Zaterdag had ik een kalm ochtendje, rustig opgestaan, wat gegeten en toen mijn spullen gepakt. Tegen 10 uur nam ik een über naar het vliegveld, waar 2 uur later mijn vlucht naar Kota Kinabalu, in het noorden van Borneo, ging. Ik had besloten te vliegen aangezien de afstanden hier gigantisch zijn en de vluchten niet heel duur. Ik sla daarmee wel een groot stuk Borneo over, maar ik had toch allang besloten dat dit wel een plek is om in de toekomst nog terug te keren.

De vlucht duurde nog ongeveer 1.5 uur, waarna ik met de bus naar het centrum ging. Even zoeken naar het hostel maar gelukkig vrij snel gevonden. Het is vrij rustig wat betreft de reizigers op Borneo, vanwege het natte seizoen, dus ook in dit hostel zijn (net als in het vorige) weinig mensen en hoewel ik een dormroom heb, ben ik de enige. Dat is iets minder gezellig, maar heeft als voordeel dat ik wel gewoon al mijn zooi uit kan stallen. Elk nadeel heb z’n voordeel.

Vervolgens heb ik een middagje gefacetimed met thuis en met Leslie en heb ik mijn plek voor vrijwilligerswerk in Belize verzekerd. In oktober en november zal ik daar 2 maanden in een opvangcentrum voor zeekoeien gaan werken en meehelpen met de rehabilitatie van gewonde zeekoeien en weesjes, die hopelijk weer uitgezet kunnen worden in het wild. Dat is iets wat ik al bijna 3 jaar wil gaan doen, dus een droom die uitkomt! Ik heb er nu al heel veel zin in, hoewel er in de tussenliggende tijd ook nog genoeg leuks op de planning staat.

Verder een tour geregeld voor de volgende dag en daarna wat gaan eten bij een Italiaans restaurant. Terug in het hostel begonnen aan dit reisverslag, maar het schrijven duurt nog veel langer dan het lezen, dus halverwege maar gestopt.

Vanmorgen dus mijn verhaal verder geschreven. Ik ga straks even in de stad kijken en word daarna rond kwart over 1 opgehaald voor een tour over de Klia rivier. Het idee is dat we dan door de mangrove varen, hopelijk nog wat (neus)apen zien, daar ergens in een dorpje wat gaan eten en dan in het donker nog varen om de vele vuurvliegjes te zien. Ik ben benieuwd!

Van reisblog naar fotoboek
Laat een prachtig fotoboek afdrukken van je verhalen & foto's. Al vanaf € 21,95.
reisdrukker.nl

Foto’s

5 Reacties

  1. Y vonne wigman:
    5 februari 2017
    Geweldig verhaal weer !
  2. Tineke:
    5 februari 2017
    Ha die Ka, weer genoten van je verhaal, had natuurlijk al met je gesproken, maar het zo terug lezen is weer geweldig! En de foto's die we hier al op de pc hebben maken het nog leuker :-)
  3. Ineke:
    5 februari 2017
    Lieve karolien, wat heerlijk om je verhaal te lezen. Wat een droomreis. Stiekem reis ik mee, in mijn fantasie.
    Geniet er van. Kus Ineke
  4. Shae:
    5 februari 2017
    Super avonturen en mooi verhaal weer! En heel grappig dat je in je wangen geknepen en gezoend werd in Kuala Lumpur, ik had dat namelijk ook door een blinde man in een 7/11. Erg apart!
  5. Govert A.:
    7 februari 2017
    Weer veel beleefd wereldreizigster.
    Ging het goed met stokjes eten?