The East Coast

27 mei 2017 - Melbourne, Australië

Mijn avontuur aan de oostkust van Australië begon op maandag 8 mei in Cairns, waar ik samen met Basti en Courtney (van de tour naar Alice Springs) heen vloog. Mijn plan voor de komende 2.5 week stond al vast, ik had in Darwin alles geregeld bij de Peterpans.
Wauw wat zag de oostkust er vanaf het vliegtuig al mooi uit: mooi blauw water, strand en groene heuvels/bergen. Ik kreeg gelijk zin om de oostkust te gaan verkennen.
Met de gratis shuttlebus werden we naar het hostel gereden, waar we met enige moeite konden regelen dat we op dezelfde kamer terecht kwamen. Het was inmiddels al na zessen, dus besloten we een pizzaatje te eten, boodschappen te doen en in het hostel nog wat kaartspelletjes te spelen.

De volgende dag stond in het teken van één van DE bezienswaardigheden van Australië: Great Barrier Reef. Met de boot Ocean Freedom gingen we naar een buitendeel van het rif, waar het koraal nog in een wat betere staat zou verkeren dan elders (veel koraal in het rif is dood). Samen met Basti, 2 anderen en een begeleider ging ik duiken bij Wonderwall, een koraalwand. Hoewel ik duiken heerlijk blijf vinden viel het rif me toch een beetje tegen, het zicht was niet al te best en veel koraal was dood (ik merkte dat ik redelijk verwend ben geraakt door het duiken in Indonesië). Maar goed, we doken bij het Great Barrier Reef! We zagen vele soorten vissen (waaronder clown vissen, a.k.a. Nemo’s), veel verschillende soorten koraal, 2 witpuntrifhaaien en een rog. Enthousiast van het duiken boekten we er nog een duik bij, maar voordat we daaraan begonnen hadden we tijd om met de inbegrepen “glass bottom boat” een tochtje te maken, waarbij we een schildpad zagen.
Kort daarna was het tijd voor de tweede duik, bij Jaws. Geen haaien deze keer (hoewel je die met deze naam wel zou verwachten), wel weer veel vissen, een rog en kregen we omstebeurt een pineapple sea cucumber om vast te houden, welke zich aan onze handen vastzoog waardoor het doorgeven nog vrij lastig was.
Na de tweede duik gauw opwarmen op het dek en lekker eten, waarna er nog tijd was om te snorkelen. Door het laagtij was er een soort tijdelijk strandje midden in het Great Barrier Reef ontstaan waar we naartoe gebracht waren. Vanaf hier konden we snorkelen, waarbij we een enorme rog zagen. Al met al dus een zeer geslaagde tocht.
Vanaf de haven liepen we via de leuke straatjes van Cairns en de supermarkt terug naar het hostel, waar we na het eten nagenoten van onze foto’s en op tijd gingen slapen.

Woensdag was mijn laatste dag in Cairns en mijn laatste dag met Basti en Courtney. We deden het lekker rustig aan. ’s Middags verkenden we samen de stad, we liepen door de straatjes en langs de haven, waarna we bij de lagune neerstreken om hier nog even van de zon te genieten. Toen deze eenmaal achter de wolken verdween liepen we weer terug naar het hostel, waar we na het eten naar onze kamer gingen om daar nog even te chillen.

Donderdag 11 mei vertrok ik ’s ochtends met de bus richting Townsville, vanaf waar ik met de veerboot naar Magnetic Island ging. Nadat ik hier ingecheckt was bij het hostel ging ik even op pad. Bij de bushalte direct buiten het hostel ontmoette ik de Londense Kish, met wie ik besloot de volgende dag een auto te huren om het eiland te verkennen. Nadat we wat informatie hadden ingewonnen vertrok ik met de bus naar The Fort, een heuvel met enkele ruïnes van de tweede Wereld Oorlog, waar je bovendien grote kans had om koala’s te zien en vanaf waar je mooi de zonsondergang kon bekijken. En niets was minder waar, de wandeling was wat pittiger dan verwacht, maar ik zag inderdaad enkele koala’s en het uitzicht over het eiland met daarbij de zonsondergang waren zeer mooi.
’s Avonds in het hostel gegeten en de Engelse Sara ontmoet, die ook wel een auto wilde huren.

Vrijdag ontbeten Kish, Sara en ik samen en werden we vergezeld door nog een Engelse, Amy. Ook zij had wel interesse in het huren van een auto, dus konden we nu mooi de kosten door vier delen. We werden door het verhuurbedrijf opgehaald en naar het kantoor gebracht, waar we na het afhandelen van het papierwerk op pad konden met onze “topless” 4wd (oftewel, een auto zonder dak). We hadden een heel plan voor het eiland: eerst naar Horseshoe Bay, daarna naar The Fort, een stuk off road om enkele baaitjes te bekijken, om 16 uur naar de Rock Wallaby’s om deze te voeren en daarna nog een stuk off road om bij een strandje uit te komen vanaf waar je heel mooi de zonsondergang zou moeten kunnen zien. Helaas gooide het weer roet in het eten. Bij Horseshoe Bay was het al flink bewolkt dus waren we gauw op het strand uitgekeken. De wandeling bij The Fort (die ik gisteren ook al had gedaan, maar de andere meiden niet) was wel leuk, we zagen drie koala’s wiens locatie met pijlen gemaakt van takken op de grond werden aangegeven.
Na The Fort gingen we inderdaad, volgens plan, een stuk off road om bij de baaitjes te kijken. We besloten eerst helemaal naar het einde te rijden zodat we op de terugweg de andere baaitjes aan zouden kunnen doen. Ik heb hier zelfs nog even gezwommen maar het was vrij fris en tijdens het opdrogen begon het te regenen. We gingen door naar de volgende baai, maar de regen zette door dus het had weinig zin om hier op het strand te gaan liggen.
Aangezien we een auto zonder dak hadden, reden we dus gehuld in regenjassen/poncho’s en bedekt door onze eigen handdoeken tegen de kou, terug naar Horseshoe Bay om daar bij een café te schuilen en wat te eten. Vervolgens gingen we naar de supermarkt om groenten te kopen voor de rock wallaby’s want die wilden we nog steeds wel graag gaan voeren. Op advies van de autoverhuurder kochten we een grote zak wortels die we aan deze ietwat schuwe maar toch wel geïnteresseerde wallaby’s gaven. Ondertussen kwam het met bakken uit de hemel en was de zon (of überhaupt een stukje blauwe lucht) nergens te bekennen en hadden we het nogal koud, dus het plan om de zonsondergang te bekijken ging de deur uit. Lekker terug naar het hostel om te douchen en lekker rond te hangen leek ons een veel beter idee, dus zogezegd zo gedaan. Jammer van het weer, maar toch een leuke en vooral gezellige dag.

Zaterdag was het tijd om Magnetic Island weer te verlaten. ’s Morgens nog samen met Amy een korte wandeling gemaakt naar het koalabord (deze ontbrak nog in de collectie roadsigns) en terug enkele roodstaartraafkaketoes gezien.
De veerboot vertrok halverwege de middag, waarna ik nog een 4 uur durende busrit naar Airlie Beach voor de boeg had. Gelukkig reisde ik niet alleen, ook Amy en Sara reisden deze kant op. sterker nog, Amy en ik hadden hetzelfde reisschema voor de komende dagen dus ik had weer een nieuw reismaatje.
Toen we bij Airlie Beach aankwamen zagen we de restanten van de schade die cycloon Debby eerder dit jaar heeft aangericht. Omgevallen bomen die nog opgeruimd moesten worden, palmbomen zonder palm en beschadigde gebouwen, zonde. Het stadje zelf zag er wel gezellig uit, een lange straat met winkeltjes en eetgelegenheden en de nodige backpackers die er rondslenterden.
Na het inchecken in het hostel zijn we met een groepje lekker wat gaan eten bij een van de pubs.

Zondag begon de dag met het afwerken van mijn to-do-list voor deze ochtend: mijn spullen pakken voor mijn Whitsundays tour die later deze dag begon, bij het kantoor van de tour inchecken en boodschappen doen. Tegen de tijd dat dit allemaal achter de rug was kwam Basti met zijn bus aan in Airlie dus kon ik mooi nog even met hem bijkletsen. Om half 1 moesten Amy en ik in de haven zijn, waar de catamaran Wings 3 op ons lag te wachten. Het was behoorlijk druk, er bleken 30 mensen op deze niet al te grote boot te moeten. We startten de tour in de haven met een kleine lunch, waarna we vertrokken richting de Whitsundays: een eilandengroep voor de kust van Australië. We troffen het met het weer, we konden heerlijk op het dek genieten van de zon.
Tegen het eind van de middag was er tijd om even te snorkelen. Ook tijdens het snorkelen werd duidelijk hoeveel schade Debby heeft aangericht, grote delen van het koraal zijn beschadigd en de visibiliteit van het water is nog maar matig (blijkbaar was het voorheen heel kleurrijk en het zicht heel goed).
Tijdens het wachten op het eten van de zonsondergang en het gezelschap genoten. Na het eten kregen we een briefing over wat we de komende 2 dagen zouden gaan doen en zien, waarna we naar het dek verkasten. Het was inmiddels hartstikke donker, dus lieten de sterren zich goed zien. De boot was uitgerust met een blauw licht dat vissen en zeezoogdieren aantrekt, dus heb ik daar tevergeefs nog even naar gekeken in de hoop dat er wat dolfijnen op af zouden komen. Dan maar naar bed in ons kleine 8-persoons kamertje…

Dag 2 van de 3-daagse tour begon met een ontbijt en daarna snorkelen. Schipper Harry voerde de vissen terwijl wij ertussen in het water lagen, waardoor ik meerdere keren geraakt werd door zowel een vis als visvoer. Er zou een hele grote vis, genaamd George, moeten zijn, maar deze liet zich maar dusdanig kort zien dat ik hem heb gemist. Wel zag ik een aantal “giant trevally” (bepaald soort makreel) maar blijkbaar waren die maar klein in vergelijking met George….
Na het snorkelen moesten we een flink stuk varen om ’s middags Whitehaven Beach te kunnen bezoeken. Geen probleem, wij hoefden niks te doen en konden lekker zonnen op het dek. Eenmaal aangekomen spotten we 2 doejongs, het type zeekoe dat hier voorkomt maar die zelden wordt gezien. Ik was natuurlijk helemaal blij, dus met mijn camera in de aanslag zat ik te wachten tot ze zich lieten zien. Helaas was het niet mogelijk om het water in te gaan, omdat er naast de zeekoeien ook best weleens wat minder vriendelijke haaien rond konden zwemmen…
Voordat we naar Whitehaven Beach gingen aten we onze lunch, onderwijl kijkend naar het water of we de zeekoeien zagen. Hierna werden we met een klein bootje naar het eilandje gebracht, waar we een korte wandeling naar de lookout over het strand maakten. Wauw wat een uitzicht!! En wat hadden we een mazzel met het weer: stralende zon met een strakblauwe lucht. Het bleek dat we het beste weer hadden sinds de cycloon 2 maanden geleden, wat een mazzel!
Het strand van Whitehaven Beach bestaat voor 98% uit silicazand, superfijn zand dat nergens anders ter wereld voor komt. Door de stroming van de zee verandert het patroon van het strand voortdurend, zodat je nooit twee keer hetzelfde uitzicht hebt.
Na een uitgebreide fotosessie liepen we naar het daadwerkelijke strand, waar we wat tijd kregen om te relaxen. Het zand is uitermate geschikt om je mee te scrubben, dus samen met Amy, Dexter (onze nieuwe Texaanse vriend) en een paar anderen maakten we hier uitgebreid gebruik van.
Rond 15 uur gingen we weer terug naar de boot, waar we op het dek in de zon konden opdrogen. We werden opnieuw getrakteerd op een mooie zonsondergang, waarna we met een groepje binnen kaartspelletjes gingen spelen in afwachting op het avondeten. Ook vanavond weer op dolfijnen-spot-jacht, maar opnieuw geen geluk. Wel een hele mooie sterrenhemel, ook niet verkeerd.

Dinsdag 16 mei was de derde en laatste dag (of eigenlijk ochtend) van de tour. Na het ontbijt nog even gesnorkeld op een plek waar je de grootste kans had op het zien van een zeeschildpad, maar hoewel er blijkbaar wel eentje was deze niet kunnen vinden. Na het snorkelen vertrokken we weer richting Airlie Beach, de zeilen gingen uit maar voor het grootste deel hadden we toch nog de motor nodig om bij de haven terecht te komen. In de haven zat Basti ons al op te wachten, samen liepen we richting hostel en daarna naar de winkelstraat, waar Amy en ik een lekker ijsje aten. Samen met Basti, Amy en Dexter vertrokken we richting strand om hier nog even te relaxen.
’s Middags in het hostel de nodige was gewassen en daarna nog wat in het plaatsje rondgehangen met Basti. Zijn Whitsundays tour begon vanavond, dus deze keer bracht ik hem naar de haven.
Daarna heb ik samen met Amy gegeten, waarna we naar de pub gingen voor de afterparty om deze zeer geslaagde tour af te sluiten.

De volgende dag was een weinig enerverende dag, waarop we vooral aan het wachten waren op onze overnight bus later die dag. We keken wat bij de winkeltjes, kochten een goedkoop boek bij de boekwinkel, smolten weg op het strand en kwamen uiteindelijk terecht bij de Peterpans (een reisbureau voor backpackers) waar we gebruik maakten van de gratis wifi en ik mijn Fiji tour regelden. Terwijl ik hier mee bezig was, kwam Courtney binnen gelopen. Grappig dat je toch iedereen nog blijft tegenkomen.
Aan het eind van de middag gingen Amy en ik nog even wat eten bij de pub, waarna we onze spullen ophaalden bij onze hostels en we richting de bushalte vertrokken. Om half 6 ’s avonds begonnen we aan onze busrit naar Rainbow Beach die tot half 8 ’s morgens zou gaan duren….

Het was een lange en oncomfortabele nacht, maar gelukkig zat het er op. We konden nog niet inchecken bij ons hostel in Rainbow Beach maar wel onze bagage opslaan. Nadat we dit hadden gedaan liepen we naar het centrum van dit “bruisende” plaatsje, dat 1000 inwoners telt, om een ontbijtje te halen en deze in het hostel op te eten.
Na het ontbijt besloten we naar het strand te lopen, maar helaas viel het weer tegen: het was bewolkt, fris en het begon zelfs te regenen dus liepen we zo snel we konden weer terug naar het hostel. Nadat we hadden ingecheckt en het gestopt was met regenen liepen we naar Carlo Sandblow, een uitkijkpunt aan de rand vanaf de stad, met een grote zandduin en zicht op Rainbow Beach.
’s Middags alweer mijn spullen uitgezocht voor de volgende tour, Fraser Island, waarvoor we ook naar de verplichte briefing moesten en we onze auto-indeling te horen kregen. Samen met Amy, Dexter en 5 anderen zou ik auto 3 vormen.
’s Avonds deden Amy en ik mee met de Dingo Bingo in het hostel, leuk maar helaas niks gewonnen. Daarna gauw naar bed, nog even genieten van een normaal bed (nou ja, hostelbed) want de komende dagen gingen we kamperen.

De volgende dag begon mijn laatste tour in Australië: de 3-daagse tour naar Fraser Island. Bij deze tour mag je zelf rijden, maar er zijn geen echte wegen op het eiland te vinden. Alles is off-road en je rijdt dus met je 4wd in colonne over het zand. In de eerste auto zit de tourguide wiens sporen je moet proberen te volgen.
Samen met Amy, Dexter, Helena, Sammy, Dani, Annie en Theresa kreeg ik auto 3 (van de 4): een grote grijze Toyota Landcruiser 4wd. ’s Morgens kregen we nog een briefing over hoe te rijden op zand (en vooral ook: hoe niet), waarna we helaas in de stromende regen onze auto in gingen laden. Het vooruitzicht voor de komende dagen was niet al te best, maar een groot deel van de tour bestond uit rijden dus heel erg was het niet (bovendien hadden we al zo’n mazzel gehad met de Whitsundays dat we niet mochten klagen).
Dani beet het spits af en in colonne reden we richting de veerboot die ons naar het eiland zou brengen. Hier begon ons eerste mankement, er zouden er nog meerdere volgen: ik deed mijn raam open kreeg hem vervolgens nooit meer dicht. Ook tourguide Brandon lukte het niet, het raam was kapot. Niet erg bij mooi weer, maar het regende dus moesten we het de rest van de dag doen met een vuilniszak om de ergste (maar helaas niet alle) regen buiten te houden tot er ’s avonds iemand naar kon kijken.
Aangekomen op het eiland begon het off road rijden direct, over het strand. Vanwege het weer werden de plannen een beetje omgegooid, we vertrokken na een korte koffiestop in een plaatsje richting het kamp om daar te gaan lunchen. Na de lunch gingen we naar Lake Allom, een “tea tree oil” lake waar we konden zwemmen. Inmiddels reed Theresa, die er iets te gemakkelijk over deed op het smalle pad en tegen de zijkant, gevormd van zand met boomwortels, botste. Enkele minuten later werd er over de portofoons (alle auto’s konden op die manier met elkaar communiceren) door auto 4 gemeld dat er iets loshing aan onze auto… Er bleek een stuk bumper boven het linker voorwiel losgeraakt te zijn. Gelukkig waren we net aangekomen bij de parkeerplaats voor het meer en kon Brandon het makkelijk repareren, maar we hadden wel al de reputatie van klunzenauto aan ons broek.
Helaas begon het wel weer te regenen en was het vrij fris om te zwemmen, maar ik ben toch het bruine water in gegaan. Voordat we het water echter in gingen keken we eerst naar de schildpadden die vlak voor de kant aan het zwemmen waren.
Na het zwemmen gingen we naar het scheepswrak voor een groepsfoto, maar vanwege de regen besloten we de foto tot de volgende dag uit te stellen in de hoop dat het dan beter weer zou zijn.
Dan maar terug naar het kamp, waar we de avond vrij te besteden hadden. Elke auto had een eigen box met eten wat je zelf moest klaarmaken en daarna aan de picknicktafels op kon eten. Een beetje een schoolkampidee, gezellig.

De nacht in de tent was niet de meest comfortabele, er was iets van zacht materiaal onder de tent geplaatst maar in de tent zelf lag je alleen in een dunne slaapzak. Behoorlijk hard dus.
We hadden een relaxte ochtend, met zijn allen ontbijten en daarna op pad. Ons raam was weer gerepareerd, we mochten hem alleen niet meer openen. Dat hoefde ook niet echt, want helaas begon het weer behoorlijk te regenen. Onze eerste stop van de dag was bij de Champagne Pools meer in het noorden van het eiland (ons kamp was ongeveer in het midden). Het was een mooi plekje op een lage klif waar de golven vanuit de zee overheen sloegen en zo zorgden voor kleine pooltjes waar je in kon zwemmen. Het klaarde even op dus konden we mooi even in de zon zitten.
Na de Champagne Pools stond de uitkijk bij Indie Head op het programma. Helaas was het weer opnieuw omgeslagen, het was zeer bewolkt en de regen kwam met bakken uit de hemel. De klim naar de top zou bij droog weer al een tikkeltje uitdagend zijn, maar bij regen was de kans op uitglijden groot. Dit in combinatie met het feit dat je, eenmaal boven, waarschijnlijk niet al te ver zou kunnen zien door de regen (en je daarbij ook nog eens doorweekt zou raken) maakte dat we unaniem besloten deze stop te skippen en te gaan lunchen.
De lunchplek was meer op het zuiden van het eiland, waar het weer gelukkig beter was. Na de lunch gingen we bij Eli Creek “tuben”, oftewel met een rubberen zwemband het riviertje af, dat een natuurlijke stroming heeft. De eerste ronde deden we met zijn allen tezamen, zonder tube maar tijgerend. De stroming was niet bepaald sterk, vrij relaxt ging je de koude rivier af richting het strand. Daarna in kleine groepjes met de zwembanden (er waren niet zo veel banden), rustig je mee laten voeren door de stroming terwijl je geniet van het regenwoud waarin de rivier zich verkeerd. Dit deden we een aantal keer, waarna we nog wat tijd op het strand konden doorbrengen. De zee kon je echter niet in, als de sterke stroming je niet het leven zou kosten dan zouden de haaien je maar al te graag opeten…. Het blijft Australië, waar zo’n beetje alles dodelijk is of kan zijn.
Op het strand liep een dingo rond, dus gingen we daar gauw bij kijken (ook hierbij weer afstand houden want sommige dingo’s vallen mensen aan). Een dingo is een dier die veel lijkt op een hond, maar het dichtst bij een wolf staat. Op Fraser Island komen de puurste dingo’s voor, in andere delen van Australië hebben veel dingo’s zich gemengd met wilde honden. Erg leuk dus om te zien, alleen deed de enorme gps-tracker om zijn nek een beetje af aan het “wildlife” gevoel.
Tegen het eind van de middag keerden we terug naar het kamp, waar we weer de avond voor onszelf hadden. Lekker gegeten en daarna in mijn tent een boek gelezen.

Zondag 21 mei was de laatste dag van de tour en was het mijn beurt om te rijden. Het begon al lekker, ik kreeg de auto niet aan de praat. We moesten Brandon er dus weer bij halen, maar ook hem lukte het niet (wat een opluchting voor mij was): de accu was leeg. Er moesten startkabels aan te pas komen maar uiteindelijk kregen we onze auto aan de praat en konden we op pad. Best spannend in het begin, maar al gauw ook heel leuk. Ik reed vooral over het strand, wat op dit stuk niet al te moeilijk was want het zand was stevig genoeg om niet te slippen. Na ongeveer 30-45 minuten kwamen we weer aan in het kleine plaatsje van dag 1, waar we een driver-wissel hadden. Het volgende stuk zou namelijk nogal heftig zijn, veel hobbels en bobbels en weinig ruimte, iets waar ik me niet direct geroepen toe voelde om te rijden. De weg leidde naar Lake McKenzie, de highlight van Fraser Island (en om die reden ook uitgesteld tot de laatste dag, waarvoor de weersvoorspelling het best was). Het meer was ook echt heel mooi: het water had twee kleuren blauw, het strand was parelwit (ook hier silicazand) en omringd door regenwoud. Een kort buitje maar daarna klaarde het enigszins op en kwam zelfs de zon nog even tevoorschijn. Het water was alleen superkoud, maar na wat moed verzameld te hebben ben ik er toch in gerend en heb ik samen met Amy en Dexter een stukje gezwommen.
De weg terug was zo mogelijk nog hobbeliger en bobbeliger, maar eigenlijk was dat alleen maar grappig aangezien we achterin de auto ondanks gordels alle kanten op geslingerd werden.
In het plaatsje aten we onze lunch, voor de derde dag op rij koude wraps met sla, komkommer, tomaat en kaas, waarna ik het laatste stuk terug naar Rainbow Beach reed. Dit stuk van het strand was wat uitdagender om te rijden, het zand was een stuk zachter en doordat het bijna hoogtij was was het ook een stuk krapper dan eerder op de dag. Het ging dus wat slingerend maar we kwamen veilig aan bij de veerboot. Onderweg zagen we zelfs nog een dingo op het strand, een leuke afsluiter. En om het helemaal af te maken werden we weer door auto 4 opgeroepen aangezien de bumper opnieuw loshing…
Terug bij het hostel deed iedereen zijn eigen ding, ’s avonds gaf guide Brandon nog een klein optreden als goedmakertje voor het weer. Daarna heerlijk slapen in een bed.

Lang genieten van het bed kon ik niet, want de volgende ochtend moest ik weer vroeg op voor de bus naar Noosa, de laatste stop die ik deelde met Amy. Het weer was hier een stuk beter, dus nadat ik mijn spullen had gedropt bij het hostel ging ik op pad om het plaatsje te verkennen (jammer genoeg niet besloten iets koelers aan te trekken dus ik had het bloedheet). Ik kwam een bordje tegen voor de Laguna Lookout, dus besloot daar heen te lopen. Heuvelopwaarts dus een flinke kuitenkiller maar het uitzicht was het waard, althans vanaf een van de twee lookoutdecks. De rechter keek namelijk daadwerkelijk uit op de lagune, de linker gaf uitzicht op de bomen twee meter verderop (zoals ik wel vaker ben tegengekomen in Australië). Via een andere route dacht ik weer naar beneden te lopen, maar ik kwam uit in een ander, gezelliger, toeristischer en duurder uitziender deel van Noosa terecht, Hastings street. Ik had alleen met Amy in het andere deel van de stad afgesproken en moest daar nog een flink stuk naartoe lopen.
Bij de supermarkt even wat te eten gekocht en op een bankje gezeten om uit te puffen, waarna Amy en ik samen naar de Aldi in weer een ander deel van de stad liepen (opnieuw een aardige wandeling). We gingen niet zozeer voor de Aldi, maar hier in de buurt zou een leuke wandeling zijn met kans op het spotten van wildlife. Deze wandeling bleek echter nogal tegen te vallen, het was een boardwalk van 300 meter. Om de een of andere reden gaf het bord aan dat je hier ongeveer 30 minuten voor nodig zou hebben, in ongeveer 3 minuten waren we rond en hadden we op wat vogels na geen wildlife gezien. We besloten maar weer terug te keren naar onze hostels (we hadden allebei een ander hostel) en even iets voor onszelf te gaan doen en later weer samen te komen voor de kustwandeling, die we graag rond zonsondergang wilden doen. We hadden ons alleen een beetje verkeken op de afstand van deze wandeling, die zeker 4 uur zou gaan duren. Die tijd hadden we niet, want we begonnen ongeveer een uur voor zonsondergang en hadden geen interesse om de wandeling in het donker te doen. We deden dus maar een kort, maar mooi, stukje van de wandeling en keerden toen terug naar het centrum om wat te eten en nog wat rond te hangen.
Dani en Sammy van de Fraser tour waren ook in Noosa, dus besloten we met hun nog even door Hastings street en een stukje langs het strand te lopen. Erg lang hielden we het alleen niet uit, iedereen was nog moe van de Fraser tour en wilde graag naar bed.

Dinsdag had ik een echt rustige start, nadat ik wakker was lekker nog een paar uurtjes in bed blijven liggen. Amy vertrok deze morgen en had haar spullen al bij mij op de kamer gebracht omdat haar hostel nogal uit de route lag van de bushalte, dus toen ze deze weer kwam halen liep ik met haar mee naar de bushalte om haar uit te zwaaien. Daarna liep ik nog even naar Hastings street en zat ik even bij het strand tot het tijd was om terug te gaan naar het hostel waar Mariska elk moment aan zou komen (Mariska is een vriendin van Diergeneeskunde die naar Australië is verhuisd en in deze regio van het land woont). Superleuk om haar na ongeveer anderhalf jaar weer te zien! De komende dagen zouden we samen doorbrengen want na Noosa zou ik bij haar en haar vriend logeren.
We reden naar de kust vlak bij Hastings street om vanaf daar nog een stuk van de kustwandeling te doen. We hadden allebei niet de behoefte om een heel eind te lopen (mijn voeten waren nogal moe van de dag ervoor) dus streken we naar een stuk gewandeld te hebben neer op het strand om wat te eten en lekker bij te kletsen. Zodra het water wat te dichtbij kwam verplaatsen we ons naar een ander strand waar we verbleven tot hier hetzelfde gebeurde. Toen een heel lekker ijsje gegeten, Mariska ingecheckt bij het hostel en daarna bij de Thai lekker uiteten geweest. ’s Avonds een paar drankjes gedaan in het hostel en de pub aan de overkant, een zeer geslaagde dag!

De volgende ochtend vertrokken we, na uit te checken en wat boodschappen te doen, weer richting strand waar we heerlijk in de zon hebben ontbeten. Wat een leven, living the dream!
Daarna vertrokken richting Mariska’s woonplaats in de buurt van Brisbane. Onderweg deden we een wandeling bij de Glass House Mountains en stopten we bij de twee dierenklinieken waar ze werkt voor een korte rondleiding. ’s Avonds gingen we nog met z’n drieën gezellig uiteten. Slapen kon ik heerlijk in een groot bed in een eigen kamer, daar was ik wel aan toe!

Donderdag hadden we een heerlijk relaxte filmkijkdag, ’s avonds gingen we met 3 collega’s van Mariska naar de nieuwe Pirates of the Caribbean film (die voor een groot deel in Queensland, Australië is opgenomen) dus besloten we de twee voorgaande delen overdag te kijken. ’s Middags pauzeerden we even om in de stad wat boodschappen te doen en op de kade wat te eten.

Vrijdag moest Mariska weer werken, dus ging ik alleen op pad. Met de trein en de bus vertrok ik naar Australia Zoo, de dierentuin van Steve Irwin, waar ik de hele dag doorbracht. Dat de dierentuin van de familie Irwin is zal je niet ontgaan, namen van delen van de dierentuin zijn naar zijn dochter vernoemd, overal hangen foto’s, er worden clips van Steve en de rest van de familie afgespeeld en er is zelfs een heel museum (inclusief de jurk die Bindi Irwin droeg tijdens Dancing with the Stars, het is me nog steeds niet helemaal duidelijk wat dat met een dierentuin te maken heeft?!).
Het is een mooie dierentuin, maar wel een die er vooral op is gericht op interacties met de dieren, waarvoor je nog weer extra moet betalen. Zo kun je met allerlei dieren op de foto, kun je o.a. wandelen met tijgers (zijn ze daar in Azië nou juist niet druk mee bezig om dat allemaal te verbieden?) en lopen ze in de dierentuin zelf ook rond met dieren (ze staan je net voorbij de ingang al op te wachten met een koala, vogel, slang, etc.). Steve Irwin was natuurlijk ook voor een groot deel bekend om zijn geworstel met krokodillen, dus daar ontbrak het zeker niet aan in de zoo. Veel verblijven met krokodillen (de meesten gevangen uit het wild, ter voorkoming dat ze gedood zouden worden omdat ze een bedreiging voor de omgeving werden), maar ook krokodillenshows. De grootste show was die om 12 uur in het Crocoseum. Een zeer over the top show compleet met geluidseffecten, waarbij zowel vogels als de krokodillen aan bod komen en waarbij de krokodil gelokt wordt om uit het water te springen.
Al met al heb ik het prima naar mijn zin gehad, ik heb lekker in de zon rondgelopen, maar eigenlijk had ik vrijwel alle dieren al in het wild gezien en dat is toch een heel stuk leuker. Hoogtepunt was voor mij dan ook de wombats, aangezien ik daar alleen roadkill van had gezien en ze hier springlevend rondliepen of, voor het grootste deel, lagen te slapen.

Zaterdag nam ik ’s morgens tijdens het ontbijt weer afscheid van Mariska, waarna ik me klaarmaakte voor vertrek naar Melbourne om nog een paar dagen met Cathryn door te kunnen brengen.

Foto’s

2 Reacties

  1. Tineke:
    12 juni 2017
    Tjongejongejonge...wat een mooi verhaal weer...nou de rest nog!
  2. Ome Ben:
    12 juni 2017
    Heeeeeeeeeeeel erg jalours