Mingalabar Myanmar

27 december 2016 - Bagan, Myanmar

Eindelijk een update vanuit Myanmar. Inmiddels ben ik al weer aardig gewend aan het alleen reizen, ik heb veel mensen ontmoet waardoor er een prima combinatie is van zelf mijn eigen ding doen en toch aanspraak hebben en samen dingen doen (wil natuurlijk niet zeggen dat ik Les niet nog steeds een beetje mis…).

Ik ben al weer een week in Myanmar en aan mijn 4e week van het reizen begonnen, maar het voelt alsof ik al veel langer onderweg ben. Ik heb al zo veel gezien, gedaan en beleefd!

Wat een bijzonder land is dit, pas net onder het militaire regime vandaan, het toerisme begint zich te ontwikkelen en het land staat in de startblokken van ontwikkeling. Dat maakt dat er veel uitersten te zien zijn. Zo hebben de meeste mensen best een mooie smartphone, is er op veel plaatsen wifi (hoewel niet overal even goed) en zijn ook de auto’s best in orde. Aan de andere kant leeft 2/3 van de mensen onder de armoedegrens en zie je veel huizen die niet groter zijn dan 1 kamer en gemaakt van bamboe of ander natuurlijk materiaal. Gebouwen in steden zijn vervallen en er is veel vuil op straat.

Het leven lijkt zich hier voornamelijk buiten op het land of op straat (voor de mensen die in de stad wonen) af te spelen en te draaien om eten. Overal zie je kraampjes (soms enkele, soms hele straten vol) met verschillende soorten eten (hoewel rijst en noedels toch wel de basis lijken te vormen), met daar omheen groepen Birmezen die samen aan het eten zijn.

Goed, tot zo ver even een eerste impressie van het land, waar ik vorige week dinsdag in de middag ben aangekomen. Na aankomst een taxi gepakt naar de stad, de tuktuks waar ik in Sri Lanka zo aan gewend was geraakt zijn in Yangon niet te vinden. Mijn hostel zat in downtown Yangon, waar het heel druk is qua verkeer. Vergelijkbaar met Sri Lanka, alleen in plaats van tuktuks gewoon 3 rijen auto’s op een 2-baans weg, met aan weerszijden van de straat 2 rijen geparkeerde auto’s. Er wordt hier overigens aan de rechterkant van de weg gereden, maar de auto’s hebben het stuur ook aan de rechterkant zitten (bij de bussen zit het stuur wel gewoon links).

Yangon is een grote stad en een wereld van verschil met Sri Lanka. Het doet op een bepaalde manier westerser aan, misschien door de koloniale panden die te zien zijn in de stad en daardoor een wat Europees sfeertje geven. Wel jammer dat de panden zo vervallen zijn, want dit geeft een armoedige, vieze aanblik van de stad.

Eenmaal bij het hostel eerst het nodige papierwerk invullen, wat blijkbaar bij elke nieuwe plek opnieuw gedaan moet worden: wie ben je, waar kom je vandaan, wat is je beroep, hoe lang blijf je, wat is je volgende bestemming, wat is je paspoort- en visumnummer, etc.

Daarna lekker even douchen en even gelegen, want de afgelopen nacht heb ik niet veel geslapen in het vliegtuig. Tegen het eind van de middag ben ik naar de grote Shwedagon Paya (tempel/stupa) in de stad gegaan, de belangrijkste tempel voor de Birmezen. Qua vorm vergelijkbaar met die ik gezien heb in Sri Lanka, alleen alles is van goud en rondom de pagoda staan nog meer gebouwen met boeddha’s waar mensen kunnen bidden. Duidelijk een plek waar zowel veel Birmezen als toeristen komen en erg indrukwekkend, hoewel ik eigenlijk de witte tempels van Sri Lanka mooier vind dan de ietwat kitscherige gouden tempels die je hier overal ziet (vooral ook leuk i.c.m. de “disco-boeddha’s, boeddha’s met flikkerende gekleurde ledverlichting).

Na de tempel terug naar downtown, op zoek naar iets te eten. Het hostel zat vlak bij 9th street. Deze straat is heel lang en over vrijwel de gehele lengte (althans in ieder geval het deel dat ik bezocht heb) zijn eetkraampjes te vinden waar ter plekke allerlei soorten eten klaar wordt gemaakt en de Birmezen samen komen om te eten (zittend op van die plastic kinder-tuinstoeltjes aan lage tafeltjes). Als vegetariër was er vast wel wat te eten voor me te vinden, maar er was vooral veel vlees, vis en ander niet te herleiden voedsel en de mensen spraken niet echt Engels, dus zeker weten wat het nou voor eten was wat werd aangeboden deed ik niet. Bovendien had ik zo mijn twijfels over de hygiëne, dus heb ik toch maar iets anders gezocht om te gaan eten. Uiteindelijk bij een soort Myanmar-versie van de Subway geweest, waar ik een belegd broodje heb gegeten.

Daarna terug naar het hostel om eindelijk te gaan slapen.

Woensdag had ik nog een ochtend in Yangon, ik moest tegen 14 uur bij het hostel weg om om 16 uur bij het busstation te zijn voor de nachtbus naar Hsipaw. Eerst even ontbijten op de bovenste verdieping van het hostel, leuk zo met uitzicht over de stad. Gelukkig kon je kiezen wat voor ontbijt je wilde, dus koos ik voor het inmiddels welbekende Westerse ontbijt van omelet, toast, jam, boter en fruit (ach ja, beter dan rijst op de vroege ochtend).

In de Lonely Planet stond een wandeling in downtown Yangon langs de koloniale gebouwen, dus dat leek me wel een prima tijdsbesteding. Eerste stop was de Shule Paya, opnieuw een gouden tempel maar aanzienlijk kleiner. Vrijwel direct na binnenkomst werd ik aangesproken door 2 jongens, die me op sleeptouw namen. Zo legden ze me het ritueel voor geluk uit wat de boeddhisten uitvoeren bij het “altaar” van hun geboortedag. Er staan 7 van zulke altaars rondom de pagoda, een voor elke dag van de week. Elke dag heeft een eigen dier dat staat voor deze dag. Bij de woensdag is dat de olifant. Het is de bedoeling dat je eerst 3 keer een kopje water over het boeddha-beeld giet, dan 3 keer water over de olifant en dan 3 keer de bel laat ringen. Nadat ik dit had uitgevoerd zijn we nog de verschillende kleinere gebouwtjes rondom de tempel in geweest, waar mensen voornamelijk lijken te bidden tot de “oude man”, die een lang leven heeft gehad.

Na de tempel zijn we naar de Bogyoke markt gegaan, een grote markthal met allerlei kraampjes. Dit om daar de traditionele kleding aan te gaan passen. In het kraampje van hun tante kreeg ik een traditionele longyi aan met bijbehorende top, en werd mijn gezicht bedekt met “face paint” die ze hier gebruiken als bescherming tegen de zon. Daarna natuurlijk gelijk een hele fotosessie. Uiteindelijk heb ik de longyi, die handgemaakt is, gekocht om te dragen bij tempelbezoeken. Omdat ik deze aanhield tijdens de rest van onze wandeling, kreeg ik veel glimlachen van de lokale bevolking, die ook mijn facepaint wel leken te waarderen. Ik heb het spul meegekregen om bij mezelf op te doen, maar dat voelt toch een beetje gek om bij mezelf te doen.

Na de markt zijn we nog langs een deel van de koloniale gebouwen gelopen, waarna ik terug ben gegaan naar het hostel om mijn spullen te halen. Met een minivan vervolgens naar het busstation gegaan. Ik had ruim de tijd genomen vanwege het verkeer en dat was maar goed ook. De minivan ging namelijk pas weg op het moment dat hij helemaal gevuld was en daarna was het filerijden. Ik hoopte maar dat ik goed zat, want echt Engels werd er niet gesproken. Gelukkig kwam ik ruim op tijd aan op het terrein wat het busstation wordt genoemd. Niet één station zoals ik had verwacht, maar haast een dorp op zich met allerlei gebouwtjes van de verschillende busmaatschappijen en allerlei kleine winkeltjes om eten voor onderweg in te slaan.

Om 17 uur ging mijn VIP-bus naar Hsipaw, een rit die 14 uur duurde. Het was een VIP-bus omdat de stoelen wat groter zijn dan gemiddeld en redelijk ver achterover kunnen. Redelijk comfortabel, in ieder geval beter dan het vliegtuig. We werden voorzien van een dekentje, een flesje water en wat zoetigheid. Ook het entertainment was fijn: eerst prachtige Birmese popmuziek en daarna een of andere soapserie met veel gegil, gehuil en vooral slecht acteerwerk, met het volume op de maximale stand terwijl iedereen al probeerde te slapen. Onderweg 2 keer een stop om wat te eten, ’s avonds en ’s morgens, waarbij we ook een tandenborstel, tandpasta en reinigingsdoekje kregen.

Donderdag kwam ik om 7 uur kwam ik aan in Hsipaw, redelijk dicht bij de grens met China. In Hsipaw was het nog veilig, maar in de kleinere plaatsjes verder naar het noorden is het weer onrustig en onveilig om naar toe te gaan. Nou was ik dat verder ook niet van plan, dus voor mijn plannen maakte het verder niet uit.

Hsipaw ligt in de bergen, dus ’s morgens en ’s avonds is het er erg koud. Verder bleek het een plekje te zijn die erg aantrekkelijk is bij Nederlanders, het leek wel of alle Nederlanders in Myanmar tegelijk in Hsipaw zaten. Verder veel andere backpackers, dus wel een gezellig sfeertje bij het hostel.

Na even te hebben gerust en gedoucht ben ik naar de waterval gewandeld, een wandeling van ongeveer 1.5 uur (heen) langs rijst- en maïsvelden en door een Shan village (dorpje van de Shan people, de “originals” uit deze staat). Heel erg mooi, op het stukje over de vuilnisbelt na. De temperatuur was ook flink gestegen, dus bij de waterval heb ik nog even gezwommen. Het water was alleen ijskoud, dus lang heb ik het niet volgehouden, maar verfrissend was het zeker.

Na de wandeling naar de waterval ben ik nog naar de hotsprings gelopen, maar dat had ik beter niet kunnen doen. De wandeling werd hierdoor namelijk wel erg lang (zeker na zo’n busrit), natuurlijk op het heetst van de dag en de daadwerkelijke hotsprings vielen tegen. Gelijk maar weer omgedraaid dus, om de lange weg terug naar het hostel te maken. Ik was alleen zo vroeg aangekomen dat ik totaal geen oriëntatie in het plaatsje had (nou heb ik dat sowieso al niet echt), dus volgens mij ook nog eens de langste route langs de drukke weg genomen. Wat was ik blij om eindelijk terug in het hostel te zijn…!

Daar even wat gerommeld en gerelaxt. ’s Avonds met een groep naar Ms Popcorn Garden gegaan, waar we gezellig hebben gezeten en goed hebben gegeten.

Vrijdagochtend ging ik een boottrip over de Dokhtawaddy rivier maken. Ik was de enige die zich hiervoor had opgegeven, dus het was een privé tour. We hebben ongeveer een uur over de rivier gevaren toen we gingen aanmeren om in een half uur naar een klooster te lopen, de eerste stop van de tour. De boottocht was erg mooi, leuk om de omgeving vanaf het water te bekijken want het ziet er zo heel anders uit dan vanaf de weg. Heel veel groen en veel typische Shan huizen op palen. De wandeling naar het klooster was heuvelopwaarts dus gelijk weer een goede work-out. We kwamen langs een oud vrouwtje dat eigenlijk in het niks woont en waar door de omringende boeren en de monniken van het klooster voor wordt gezorgd. We liepen langs ananasplantages (een van de belangrijkste producten uit deze omgeving), maïsvelden en een plantage met rubberbomen naar het klooster. Hier kwam mijn longyi mooi van pas, want je moet gepast gekleed gaan. In het klooster even rondgekeken en thee gedronken en ananas gegeten. Daarna weer terug naar de boot gelopen en verder gevaren. Eerst naar een plek waar een andere rivier uitmondt in de Dokhtawaddy rivier en toen terug om te stoppen bij een Shan village. Dit was een vrij groot dorp met ca. 100-200 inwoners. De meeste bewoners waren er op het moment niet, zij waren op de lokale markt om hun verbouwde producten te verkopen. De mensen wonen in huizen van bamboe of riet. De huizen staan op palen, onder de huizen is het koel, zodat ze daar ’s zomers kunnen wonen, ze hier hun groenten kunnen op slaan en ook hun dieren hier kunnen leven. Interessant om te zien en er via de tour wat meer informatie over te krijgen. Wel apart, het is een beetje alsof je het Archeon bezoekt, maar hier wordt er nog echt zo geleefd.

Na het bezoek aan het dorp was het tijd om terug te varen naar het beginpunt. Al met al een zeer geslaagde tour.

’s Middags heb ik een fiets gehuurd om het plaatsje zelf verder te verkennen. Erg makkelijk fietsen was het niet, het ding had het formaat wat ik gebruikte toen ik nog op de basisschool zat, met het zadel en stuur op de laagste stand waardoor mijn benen maar net pasten en ook geen versnellingen. Echt kracht zetten kon ik daardoor niet, dus de heuvels moest ik op lopen. En vervolgens ook naar beneden lopen, want mijn remmen deden het ook niet. Ik heb wel aardig wat kilometertjes afgelegd, voornamelijk omdat ik nog steeds geen oriëntatie had en niks in normale letters of Engelse woorden staat aangegeven. Uiteindelijk heb ik wel alles kunnen zien wat ik wilde: Little Bagan (vervallen tempeltjes die een voorproefje vormen voor het echte Bagan), Shan Palace (het huis waar de vroegere Shan prins heeft gewoond, met Engelse uitstraling omdat hij in Engeland gestudeerd had; met een hele uitleg over de geschiedenis van de Shan stam door bewoonster Fern, de vrouw van de neef van de laatste Shan prins) en Sunset Hill vanaf waar ik de zonsondergang wilde bekijken. Dit laatste was verder weg dan ik verwacht had en de heuvel ook hoger (het had beter Sunset Mountain kunnen heten), waardoor de zon tegen de tijd dat ik boven was al onder was… De hele klim een beetje voor niks, hoewel het uitzicht alsnog mooi was. Naar beneden ook weer gelopen, want fietsen was echt te gevaarlijk zonder remmen (en bel en verlichting).

Fiets weer ingeleverd en in het hotel gegeten en verder ’s avonds even lekker niks gedaan.

Op zaterdag ging ik met de trein naar Pyin Oo Lwin, net als alle andere Nederlanders (groep uit het hostel, maar ook de hele groep mensen van middelbare leeftijd die met een georganiseerde reis mee waren). Met 2 Nederlandse en 2 Amerikaanse meiden ben ik naar het treinstationnetje gelopen, waar we nog even moesten wachten tot we een kaartje konden kopen. Een kaartje in de eerste klas kostte nog geen 2 euro en dat voor een treinreis van ca. 7 uur.

De reis duurde overigens zo lang, omdat de trein niet snel gaat. Dit komt omdat hij topzwaar is en niet helemaal lekker in het spoor past, waardoor het nogal schommelen is. Op zich was dat niet erg, ik zat redelijk comfortabel, kon goed kletsen met mijn Engelse buurman Henry en onderweg lekker kijken en mooi foto’s maken. Onderweg veel zwaaiende mensen en kinderen.

De trekpleister van de treinreis is de Gokteik brug over de gelijknamige kloof. Deze brug is 318 ft hoog en 2257 ft lang. De trein gaat hier zeer langzaam overheen en onder het genot van de krakende geluiden van de brug haalden we het tot de overkant. Heel mooi uitzicht maar ook wel even een beetje spannend.

Uiteindelijk kwamen we rond 16 uur aan in Pyin Oo Lwin. Mijn hostel zat aan de rand van de stad, dus zei ik de groep (de 2 Nederlandse meiden Sietske en Jolien en Engelse Henry) even gedag, we zouden later samen nog wat gaan drinken aangezien het kerstavond was. Mijn hostel viel echter nogal tegen, dus ben ik na het inchecken vrijwel direct weer teruggegaan naar het centrum, om samen met Sietske, Jolien en Henry te gaan eten. We wilden Indiaas eten, wat even een uitdaging was. We hadden wel een restaurant gevonden wat nog open was (veel gaat hier al rond 18/19 uur dicht), maar de tuktuk-chauffeur (ja, ze hebben hier toch iets wat ze tuktuks noemen, hoewel het eerder een soort kleine tractor met overdekte aanhanger is) wist niet echt waar het was. Na eerst bij 2 verkeerde restaurants te zijn uitgekomen uiteindelijk toch de juiste plek gevonden, waar we heerlijk hebben gegeten en een hele leuke en gezellige kerstavond hebben beleefd. Terug in het plaatsje hebben we nog wat gedronken bij het lokale “café”, waar we naast een aquarium zaten met daarin een enorme vis, David.

Zondag een heerlijk kerstontbijt in het hostel: rijst en noedels met een ei. Niet echt mijn ding zo vroeg op de ochtend, maar goed, eten is eten en het was gratis.

Echt tijd in Pyin Oo Lwin doorbrengen ging ik niet, want mijn bus naar Bagan ging vandaag al om 10 uur (uiteindelijk kwamen ze me tegen 10.45 in het hostel ophalen, dus had ik nog wel wat rond kunnen kijken, maar zo heel interessant was het plaatsje toch niet).

Dit keer geen VIP-bus maar een minivan, die in ongeveer 6 uur naar Bagan reed. Op zich ook best prima, alleen wat krapper. Voordeel was wel dat ik ook bij mijn hostel in Bagan werd afgezet, waardoor ik daar niet moeilijk hoefde te doen met mijn spullen en op zoek naar een taxi of iets dergelijks om me naar het hostel te brengen.

Bij inchecken werd gelijk al duidelijk dat dit een veel fijnere plek was om te verblijven dan het vorige hostel. Mooi plekje, grote binnentuin, versierd met lichtjes en ballonnen voor de kerst, waar we ’s avonds een gratis kerstdiner (incl. drankjes) zouden krijgen. Helemaal leuk!

Gelijk een E-bike gehuurd (elektrische scooter) om nog gauw een mooi plekje te zoeken bij een van de tempels (het zijn er honderden) om de zonsondergang te bekijken. Ook hier staat er weinig aangegeven, dus de plekken die het hostel aanraadde kon ik niet vinden. Wel kwam ik een local tegen die me naar een mooie tempel wist te brengen die je kon beklimmen. Soort van trappetjes maar ook veel klimmen en klauteren, beetje spannend op zo’n tempel van bijna 1000 jaar oud… Het was het de zenuwen wel waard, want het uitzicht was prachtig.

’s Avonds in het hostel genoten van het kerstdiner, weliswaar weer noedels en rijst (maar ook wat lekkere broodjes), maar wel echt lekker en vooral heel gezellig. De sfeer was heel leuk door de versiering in de tuin, het personeel dat het zelf ook duidelijk naar hun zin had en alle gasten die blij verrast waren dat dit was georganiseerd. De hele avond met z’n zessen (4 Nederlanders, waaronder ik, 1 Duits meisje en 1 Amerikaans meisje) doorgebracht, gezellig gekletst en genoten. Kerst pakte veel beter uit dan ik van tevoren had verwacht.

En toen was het maandag, de dag van mijn ballonvaart, eigenlijk dé reden waarom ik in Myanmar ben. Om 4.30 uur ging de wekker, want tussen 5.00-5.30 zou ik worden opgehaald. We zouden namelijk rond zonsopgang gaan vliegen. Eerst nog even wat andere mensen ophalen bij hun hotel en toen naar het veld waar alles al klaarlag. Er stonden allemaal tafeltjes klaar waar we aan konden gaan zitten en we een ontbijtje kregen (jeej, croissantjes!!). Daarna werden we gekoppeld aan onze ballonvaarder, ik zat bij Rick. Na een veiligheidsinstructie (hoe kom je überhaupt die mand in – er zitten 2 gaten in de mand waar je voet net in past, als een soort trappetje – en hoe moet je zitten bij vertrek en landing, en aan welke touwen mag je absoluut niet aankomen) werden de ballonnen opgeblazen. Toen kregen we het teken om de mand in te klimmen, waarna we even later vertrokken. Mijn Franse buurvrouw had nog even een paniekaanval, ze vond het heel spannend en wilde eruit maar twijfelde. Op het moment dat ze niet meer kon wilde ze er echt uit, maar het was al te laat, we zaten al in de lucht. Gelukkig kalmeerde ze snel, dat kon ook niet anders want het was werkelijk magisch. Zo’n ballon beweegt zich zo soepel en rustig door de lucht dat je helemaal niet het idee hebt dat je beweegt. De vaart alleen al is echt een onvergetelijke ervaring, maar in combinatie met deze prachtige omgeving maakt het echt onbeschrijfelijk. Sereen, magisch, fantastisch, werkelijk waar een geluksmoment, de tranen stonden in mijn ogen van geluk. We vlogen rustig over de tempels, die zich hulden in een dun laagje mist met de gloed van de zon op de rode of witte stenen. Omdat onze ballon als laatste was vertrokken ook een heel mooi beeld van alle andere ballonnen over het mooie landschap. In ongeveer een uur vlogen we over de tempels, dorpjes en het platteland, waar we gingen landen. Ook dit ging heel soepel.

Na de landing werd in het veld nog even een kleine picknick gehouden, waarbij we traditiegetrouw champagne kregen. Dit omdat ballonvaart uit Frankrijk kwam en ze daar vroeger altijd champagne bij zich hadden om te bewijzen dat ze Frans waren. We kregen allemaal nog een oorkonde waarna het weer tijd was om terug te gaan naar het hotel.

Hoewel het voelde alsof er al een hele dag voorbij was, was het nog geen 10 uur. Slapen kon ik niet meer, dus heb ik weer een E-bike gehuurd en heb op die manier de hele dag de omgeving en verschillende tempels ontdekt. Ook dit was supermooi, maar wel een beetje overweldigend. Er is zo veel te zien dat je daardoor gewoon niet meer weet waar heen te gaan en waar te kijken. Sommige tempels zijn helemaal leeg, bij anderen zijn heel veel mensen, zowel toeristen als locals die bij de grotere tempels een hele handel in souvenirs en eten/drinken zijn begonnen. Allemaal willen ze je wat verkopen. Na ik-weet-niet-hoeveel tempels te hebben bekeken uiteindelijk een plek gezocht om de zonsondergang te bekijken. Ik heb gekozen voor de ultra toeristische tempel, gewoon omdat ik het even niet meer wist en hier in ieder geval een mooi uitzicht zou moeten zijn (anders zou niet iedereen hierheen komen). En mooi was het zeker. Het had ook wel wat om zo met z’n allen bovenop een eeuwenoude tempel te staan en te kijken naar de zonsondergang. Wel jammer dat er net 2 mensen pal voor mijn neus gingen staan, maar gelukkig kon ik er goed tussendoor kijken.

Daarna in het donker terug naar het hostel. Op de tempel kwam ik Leza, het Amerikaanse meisje van de vorige avond tegen, dus konden we mooi samen terugrijden. Lekker pizza’tje gegeten en toen relaxen op mijn kamer, om alle indrukken van de afgelopen dag te verwerken.

Vanmorgen opnieuw vroeg op, samen met Leza zou ik naar een tempel gaan die ons was aangeraden voor zonsopgang. Deze konden we echter niet vinden, maar gelukkig een mooie andere plek kunnen vinden, nog net op tijd voordat de zon op kwam. Er hadden meerdere mensen deze plek gevonden, er stonden hele rijen met camera’s klaar om het moment vast te leggen. Het was dan ook echt heel mooi, nu kon ik vanaf de grond de overvliegende ballonnen zien terwijl de zon rustig op kwam.

Toen ze over waren zijn we weer terug naar het hostel gegaan. Voor vandaag heb ik een rustig dagje gepland, want de afgelopen week was het gaan-gaan-gaan en dat begon ik te merken. Ik wilde eerst naar Mount Popa gaan, een pelgrimsoord met bovenop de berg een tempel. Het klonk een beetje als Adams’ Peak in Sri Lanka, alleen dan met 770 traptreden. Omdat ik al zo’n bijzondere ervaring heb gehad bij Adams’ Peak besloten om deze even aan me voorbij te laten gaan en gewoon niks te doen (hoewel dat haast tegen mijn instinct in gaat, in zo’n prachtige omgeving). Maar het was wel heel fijn, ik heb eerst nog even wat geslapen en toen mijn dagboek bijgehouden en dit enorme verhaal geschreven. Straks huur ik nog weer een E-bike en ga ik op zoek naar een ander plekje voor zonsondergang.

Morgen word ik rond 7 uur weer opgehaald door de bus en ga ik naar Kalaw, waar ik eind van de middag aan kom. Het idee is om dan de dag erna een 2-daagse trekking naar Inle Lake te gaan doen, waarbij je door de bergen en langs verschillende dorpjes loopt, waar je zult overnachten. Ik ben benieuwd!   

Foto’s

4 Reacties

  1. Leslie:
    27 december 2016
    Ben niet jaloers hoor Klinkt fantastisch meis. Ben blij dat je het zo naar je zin hebt!
  2. Tineke:
    27 december 2016
    Wat fijn, weer zo'n dagboekverhaal. Je beleeft weer veel, meissie. Ik geniet op afstand!
  3. Govert A.:
    27 december 2016
    Wat een ervaringen wereldreizigster!
  4. Ome Ben:
    27 december 2016
    Wat heb jij al veel gezien. Hoe je dit allemaal beschrijft, lijkt het net of wij dit zelf ook allemaal meemaken. Veel plezier en we kijken al weer uit naar het volgende verslag. Dikke kus van ons.